NL
10. Afspelen vanaf externe apparaten en gegevensdragers: USB
Basisgegevens
Gebruikte gegevensdragers/soorten media:
• USB-gegevensdragers met FAT16-, FAT32-, exFAT-bestanden
bestandssysteem
• Bestandsformaten: MP2, MP3, WMA, FLAC, ACC, WAC
Opmerking: De foutloze werking van alle mediabestanden, inclusief de
hierboven genoemde, kan niet worden gegarandeerd vanwege de
verscheidenheid aan software waarmee dergelijke bestanden mogelijk
worden gemaakt.
Opmerking: De USB-aansluiting is geschikt voor USB-gegevensdragers
(ook bekend als USB-sticks), die worden geclassificeerd als
massaopslagapparaten (MSD - Mass Storage Device). Rechtstreekse
aansluiting van MP3-spelers of mobiele telefoons om muziek af te spelen is
niet mogelijk.
USB-modus
Het apparaat is voorzien van een USB-aansluiting:
• USB-aansluiting onder de klep aan de voorkant van het apparaat (zie
BEDIENINGS-ELEMENTEN, APPARAAT)
USB-gegevensdrager aansluiten/ USB-weergave starten
Open de afdekklep gemarkeerd met USB (kantel deze naar boven).
Steek de USB-gegevensdrager voorzichtig in de USB-aansluiting, gebruik
geen kracht en kantel de USB-gegevensdrager niet.
Het apparaat schakelt automatisch om naar de USB-modus. De gegevens
worden gelezen, het afspelen begint met het eerste multimediabestand
dat door het apparaat wordt herkend.
Als de USB-gegevensdrager reeds is aangesloten, schakelt u om naar de
USB-bron met de SRC-toets.
USB-weergave
Door aan de rechter knop/draaiknop te draaien, kunt u het nummer
wijzigen, vooruit en achteruit.
Als u eenmaal op de rechter knop/draaiknop drukt (op het display
verschijnt CUE/ REW of WIND), kunt u nummers vooruit- en terugspoelen
door de rechter knop/draaiknop te draaien. Door nogmaals in dezelfde
richting te draaien wordt de snelle vooruit/achteruit beweging beëindigd.
Als u nogmaals op de rechter knop/draaiknop drukt (op het display
verschijnt FOLDER of CATALOOG), kunt u de cataloog wijzigen door aan de
rechter knop/draaiknop te draaien.
Speciale functies
Met de stationtoetsen 1- 4 kunt u de speciale functies ZOEKEN NAAR
NUMMERS activeren/deactiveren (een nummer selecteren/zoeken met de
rechter knop/draaiknop), PLAY/PAUSE, HERHALEN (NUMMER of
CATALOOG) en WILLEKEURIG AFSPELEN (ALLE of CATALOOG).
Afhankelijk van de gebruikte bestanden kan met de DIS toets verschillende
informatie over het nummer op het display worden weergegeven.
Afspeelfunctie (SCAN)
U kunt nummers van de gegevensdrager afspelen.
Om dit te doen, drukt u langer dan één seconde op de rechter
knop/draaiknop.
Op het display verschijnt SCAN en het huidige nummer.
Het scannen (SCAN) gaat door totdat het wordt beëindigd door op de
rechter knop/draaiknop te drukken.
Verwijderen van de USB-gegevensdrager
Verwijder de gegevensdrager nooit zonder het apparaat eerst uit te
schakelen, anders kunnen de gegevensdrager of de gegevens erop
beschadigd raken.
11. Afspelen vanaf externe apparaten en gegevensdragers: Bluetooth®
Bluetooth® bedienen
Met de Bluetooth®-functie kunt u mobiele telefoons en multimediaspelers
koppelen met de autoradio.
Als het aangesloten Bluetooth®-apparaat A2DP en AVRCP ondersteunt,
kunt u muziek op de autoradio afspelen en het afspelen regelen.
Opmerking: Ten tijde van de introductie werd de Bluetooth®-functie
uitgebreid getest met verschillende telefoons en multimediaspelers om de
grootst mogelijke compatibiliteit te garanderen. Afhankelijk van het
gebruikte apparaat kunnen de functies echter beperkt zijn of helemaal niet
werken. Controleer bij dergelijke problemen of er een update beschikbaar
is voor het apparaat of de radio.
Opmerking: Er kunnen maximaal 5 Bluetooth®-apparaten worden
gekoppeld, maar ze kunnen niet tegelijkertijd worden verbonden. Voordat
u een ander Bluetooth®-apparaat aansluit, moet u de verbinding met het
reeds aangesloten apparaat verbreken.
Opmerking: Het is niet mogelijk om van dit apparaat via Bluetooth®
naar een ander apparaat te streamen (bijv. Bluetooth® luidsprekers etc.),
deze radio ondersteunt alleen Bluetooth® muziekontvangst.
Verbinden met Bluetooth® /Afspelen via Bluetooth® starten
Schakel de radio in, open de Bluetooth® instellingen op uw Bluetooth®
apparaat, zoek naar beschikbare apparaten, verbind ze volgens de
procedure beschreven in de handleiding van het Bluetooth® apparaat.
Nadat de verbinding tot stand is gebracht toont de autoradio VERBONDEN
/ CONNECTED, op het display verschijnt de naam van de aangesloten
telefoon en een klein Bluetooth® symbool.
Opmerking: Het verbindingsproces is slechts één keer nodig, waarna de
apparaten automatisch opnieuw verbinding maken.
Als het apparaat al is verbonden (het kleine Bluetooth® symbool moet op
het display oplichten), schakel dan om naar de BLUETOOTH® bron met de
SRC toets.
Bluetooth®-weergave
Door aan de rechter knop/draaiknop te draaien, kunt u het nummer
wijzigen, vooruit en achteruit.
Speciale functies
De speciale functie PLAY/ PAUSE kan worden geactiveerd/ gedeactiveerd
met stationstoets 2.
Afhankelijk van het Bluetooth®-apparaat of de muziekafspeeltoepassing die
wordt gebruikt, kan met de DIS-toets verschillende informatie over het
nummer op het display worden weergegeven.