NL
127
Zagen
– Het te zagen materiaal op een effen,
geschikt oppervlak leggen en tegen weg-
glden beveiligen.
– De zaagln markeren.
– Benodigde zaagdiepte instellen ( Snij-
diepte instellen – p. 126).
– De zaag met beide handen stevig vast-
houden.
– De bodemplaat (9) zo op het werkstuk
plaatsen, dat het zaagblad niets aanraakt
en de zaagmarkeringen (7) op de zaagln
liggen.
– In- en uitschakelaar b een ingedrukte
inschakelblokkering indrukken en inge-
drukt houden.
– Wachten tot het zaagblad de maximale
zaagsnelheid heeft bereikt.
– De zaag naar voren toe over het werkstuk
leiden, horizontaal houden en continu
voorwaarts bewegen, tot de snede com-
pleet is (de zaag nooit naar achteren
trekken!).
Reiniging en onderhoud
Reinigings- en onderhoudsoverzicht
Voor elk gebruik
Regelmatig, afhankelk van het desbetref-
fende gebruik
Zaagblad vervangen
Zaagblad demonteren
– De motoras met een geschikt werktuig
tegenhouden.
GEVAAR! Risico op terugslag! Ver-
plaats steeds de zaag en nooit het
werkstuk!
Apparaat altd goed met beide han-
den vasthouden.
De zaag nooit naar achteren trekken!
Het zaagblad nooit op zn kant zetten!
De bodemplaat moet b het zagen
veilig en vlak op het werkstuk liggen.
GEVAAR! Risico op letsel! Houd de
werkstukken tdens de werkzaamhe-
den nooit vast met de hand! Klem het
werkstuk altd vast.
Bewerk geen werkstukken die te klein
zn om te kunnen klemmen.
LET OP! Risico op schade aan het
apparaat! Gebruik alleen zaagbladen
die geschikt zn voor het te bewerken
materiaal.
Verplaats de zaag steeds met een
matige kracht.
Aanwzing: Om zuivere snedes te
bereiken, een rechte snln aanhou-
den en de zaag met gelkblvend
snelheid naar voren leiden.
GEVAAR! Gevaar voor eigen
lichaam! B alle werkzaamheden aan
het apparaat moet de stekker van de
voedingsadapter worden losgekop-
peld.
Alleen de onderhoudswerkzaamhe-
den en storingsremedies die hier wor-
den beschreven mogen worden uitge-
voerd. Alle overige werkzaamheden
moeten door een technicus worden
uitgevoerd.
Wat? Hoe?
Stroomkabels en -
stekkers controleren
op beschadiging.
Visuele controle.
Alle schroefverbindin-
gen controleren en
evt. vastdraaien.
Wat? Hoe?
Maak de ventilatie-
openingen van de
motor stofvr.
Gebruik een stofzui-
ger, borstel of pen-
seel.
Het toestel reinigen. Apparaat met licht
vochtige doek
schoonmaken.
GEVAAR! Risico op letsel! B alle
werkzaamheden aan het apparaat
moet de stekker van de voedings-
adapter worden losgekoppeld.
WAARSCHUWING! Risico op let-
sel! Kort na het zagen kan het zaag-
blad zeer heet zn. Laat heet zaag-
blad afkoelen. Reinig een heet zaag-
blad nooit met brandbare vloeistoffen.
Een stilstaand zaagblad kan tot ver-
wondingen leiden! Gebruik hand-
schoenen om het zaagblad te vervan-
gen.