nl Het apparaat leren kennen
38
*Het apparaat leren kennen
He t appar aat leren kennen
De gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende
kookplaten. De afmetingen van de kookplaten vindt u in
het typeoverzicht. ~ Blz. 2
Het bedieningspaneel
Aanwijzingen
■ Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de
betreffende functie geactiveerd.
■ Houd de bedieningsvlakken altijd droog. Vocht heeft
een nadelige invloed op de werking.
■ Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van
indicaties en sensoren komen. De elektronica kan
oververhit raken.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een • op het display, dan is de kookzone
nog heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of
couverture smelten. Koelt de kookzone verder af, dan
verandert de indicatie in œ. De indicatie verdwijnt
wanneer de kookzone voldoende afgekoeld is.
1Apparaat bedienen
Ap p a r a a t bedi enen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt
instellen. In de tabel vindt u kookstanden en
bereidingstijden voor verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de hoofdschakelaar in en
uit.
Inschakelen: raak het symbool # aan. Er klinkt een
signaal. Het indicatielampje boven de hoofdschakelaar
en de indicaties ‹ zijn verlicht. De kookplaat is klaar
voor gebruik.
Uitschakelen: raak het symbool # aan tot het
indicatielampje boven de hoofdschakelaar en de
indicaties uitgaat. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De
restwarmte-indicatie blijft aan totdat de kookzones
voldoende zijn afgekoeld.
Aanwijzingen
■ De kookplaat gaat automatisch uit wanneer alle
kookzones een bepaalde tijd (10-60 seconden)
uitgeschakeld zijn.
■ De instellingen blijven gedurende de eerste
4 seconden na het uitschakelen bewaard. Wanneer
u in deze tijd de kookplaat opnieuw inschakelt,
treedt deze in werking met de vorige instellingen.
Kookzone instellen
Met de symbolen + en - stelt u de gewenste kookstand
in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
Elke kookstand heeft een tussenstand. Deze is
aangeduid met een punt.
Indicaties
‚-Š
Kookstanden
•/œ
Restwarmte
Bedieningsvlakken
#
Hoofdschakelaar
‚
Kinderslot
$
Keuze kookzone
A @
Instelvelden