NEDERLANDS
88
Wateralarm =
dit is een alarm dat wordt gegeven bij droogdraaien (te vol, overdruk in installatie enz.).
Pompalarm =
dit is een alarm dat wordt geactiveerd om de pomp te beschermen (thermische
beveiliging pomp, overstroom enz.).
Automatisch
herstelbaar alarm=
de besturingseenheid activeert de pomp weer als de oorzaak van het alarm wordt
opgeheven, of, in de gevallen waarin dit niet mogelijk is, doet hij met tussenpozen
pogingen hiertoe.
Blokkerend alarm =
de besturingseenheid houdt de pomp gestopt totdat er een handmatige reset wordt
uitgevoerd.
14.1 Beveiliging/alarm afkomstig van de digitale ingangen R en N.
Digitale
ingangen
Drukopbouwfuntie Vulfunctie Ledigingsfunctie
R
Max. druk
De 2 pompen stoppen bij:
- signalering algemeen alarm,
- signalering van afstand Q1
Min. niveau (in de tank)
De 2 pompen starten bij:
- signalering algemeen alarm,
- signalering van afstand Q1
Ingreep en herstel na 0,5
seconden.
Max. niveau
De 2 pompen starten bij:
- signalering algemeen alarm,
- signalering van afstand Q1
Ingreep en herstel na 0,5
seconden.
N
Min. druk
De 2 pompen stoppen bij:
- signalering algemeen alarm,
- signalering tegen
droogdraaien.
- signalering van afstand Q1
Max. niveau (in de tank)
De 2 pompen stoppen bij:
- signalering algemeen alarm,
- signalering van afstand Q1
Min. niveau (waterreserve)
De 2 pompen stoppen bij:
- signalering algemeen alarm,
- signalering alarm tegen
droogdraaien
- signalering van afstand Q1
Ingreep en herstel na 1
seconde.
**
Min. niveau
De 2 pompen stoppen bij:
- signalering algemeen alarm,
- signalering alarm tegen
droogdraaien,
- signalering van afstand Q1
Ingreep en herstel na 1
seconde.
Let op! als de klemmen R en N
niet worden gebruikt, moeten ze
worden overbrugd!
Let op! als de klem N niet wordt
gebruikt, moet hij worden
overbrugd!
Let op! als de klem N niet wordt
gebruikt, moet hij worden
overbrugd!
** alleen bij waterreserve moet de vlotter in deze positie zijn:
14.2 Alarm druksensor
Als er een druksensor wordt gedetecteerd door het
schakelbord met een configuratie van de dip-
switches die niet coherent is met de geïnstalleerde
inrichting, wordt er een alarm gesignaleerd. Het
schakelbord kan echter toch functioneren.
Als via de dip-switches werking met sensor wordt
geselecteerd, maar er wordt geen sensor
gedetecteerd door het schakelbord, dan worden de
pompen gedeactiveerd en wordt het alarm
gesignaleerd.
Als de druksensor correct geïnstalleerd is, maar het
sensorsignaal ligt buiten het meetveld, dan worden
de pompen gedeactiveerd en wordt het alarm
gesignaleerd.
14.3 Alarm dip-switches
Het alarm van de dip-switches wordt geactiveerd in de
volgende gevallen:
Incoherentie dip-switches met de bijbehorende
functies (onjuiste regeling).
Om het alarm te herstellen:
Zet de dip-switches in de juiste stand.
Druk op de RESET-toets.
Regeling dip-switches met spanning op
schakelbord.
Om het alarm te herstellen:
Druk op de RESET-toets.
NO