EasyManua.ls Logo

DeWalt DCE0811R - Page 36

DeWalt DCE0811R
69 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
70 71
NL
Gebruikershandleiding
ervoor dat de laser aan elk recht metalen of ijzeren oppervlak
kan worden gemonteerd. Veel voorkomende voorbeelden
van geschikte oppervlakken zijn metalen dwarsbalken, stalen
deuren en stalen balken. De beugel is ook voorzien van een
schroefgat
H
,hierdoor kan de beugel met een spijker of
schroef aan elk oppervlak worden bevestigd.
De laser gebruiken met de PLAFONDBEUGEL
(Zie afbeelding
5
)
De laser plafondbeugel
L
(indien meegeleverd) biedt meer
montage mogelijkheden voor de laser. De plafondbeugel
is voorzien van een klem
K
aan één uiteinde, deze klem
kan aan een strip worden bevestigd voor de montage van
systeemplafonds. De plafondbeugel is voorzien van een
schroefgat
M
aan elk uiteinde, hierdoor kan de plafondbeugel
met een spijker of schroef aan elk oppervlak worden bevestigd.
Zodra de plafondbeugel is bevestigt, bied de staalplaat de
mogelijkheid om de magnetische draaibeugel
G
te monteren.
De positie van de laser kan daarna worden afgesteld door de
magnetische draaibeugel omhoog of omlaag te schuiven op
de muurbeugel.
De lasers gebruiken met accessoires
De lasers zijn voorzien van 1/4” - 20 en 5/8” - 11 vrouwelijk
schroefdraad aan de onderkant van het apparaat. Dit
schroefdraad kan worden gebruikt met bestaande en
toekomstige DeWALT accessoires. Gebruik alleen DeWALT
accessoires die voor gebruik met dit product zijn gespeciceerd.
Volg de aanwijzingen meegeleverd met het accessoire.
LET OP:
Het gebruik van accessoires die niet zijn
gespeciceerd voor gebruik met dit gereedschap kan
gevaarlijk zijn.
Als u assistentie nodig hebt voor het vinden van een accessoire,
neem dan contact op met uw dichtstbijzijnde DeWALT
servicecentrum, of ga naar www.dewalt.com.
De lasers waterpas stellen
Zolang als de laser correct is gekalibreerd, zal de laser
zelfnivelleren. Elke laser is in de fabriek gekalibreerd zodat deze
zichzelf kan nivelleren zolang als de laser op een oppervlak
staat met een hellingshoek kleiner dan ± 4°. Handmatige
aanpassingen zijn niet nodig.
Onderhoud
Om de nauwkeurigheid van uw werkzaamheden te
behouden, moet u regelmatig controleren of de laser juist is
gekalibreerd. Zie kalibratie controle.
Kalibratie controles en andere onderhoudswerkzaamheden
moeten worden uitgevoerd door DeWALT servicecentrums.
Berg de laser op in de meegeleverde gereedschapskist
als deze niet wordt gebruikt. Berg uw laser niet op bij
temperaturen lager dan -20 ˚C (-5 ˚F) of boven 60 ˚C
(140 ˚F).
Berg uw laser niet op in de gereedschapskoffer als de laser
nat is. De laser moet eerst met een droge doek worden
afgedroogd voordat deze mag worden opgeborgen.
Reinigen
De kunststof behuizing kan worden gereinigd met een vochtige
doek. Gebruik NOOIT oplosmiddelen, ook al zijn de onderdelen
daar tegen bestand. Gebruik een zachte, droge doek om vocht
van de laser af te vegen voordat u de laser opbergt.
Nauwkeurigheidstest en kalibratie
Nauwkeurigheid controleren –
Horizontale straal, scanrichting (Zie afbeelding
7
)
Om de horizontale kalibratie van de laser te controleren heeft
de laser twee muren nodig die 9m (30’) uit elkaar staan. Het
is belangrijk dat u een kalibratie controle uitvoert met een
afstand die niet korter is dan de afstand waarvoor u de laser
wilt gebruiken.
1. Bevestig de laser aan een muur door middel van
de draaiende beugel, met de laser gericht naar de
tegenoverstaande muur (0 graden positie).
2. Schakel de horizontale en verticale laserstralen in en
markeer de stralen op de tegenoverstaande muur direct
tegenover de laser. Markeer altijd het midden van de straal.
3. Draai de laser 180 graden en markeer de positie van de
straal op de tegenoverstaande muur.
4. Meet de verticale afstand tussen de laagste markering
A
en de hoogste markering
B
. Als de gemeten waarde groter
is dan de waarden hieronder afgebeeld, moet de laser
worden afgesteld bij een erkend servicecentrum.
Afstand tussen de muren Toegestane afstand
tussen de markeringen
9 m (30’) 3,0 mm (1/8")
12 m (40’) 4,0 mm (5/32")
15 m (50’) 5,0 mm (7/32")
Nauwkeurigheid controleren –
Horizontale straal, hellingsrichting (Zie afbeelding
8
)
Om de horizontale helling kalibratie van de laser te controleren
heeft de laser één muur nodig die ten minste 30’ (9m) lang is.
Het is belangrijk dat u een kalibratie controle uitvoert met een
afstand die niet korter is dan de afstand waarvoor u de laser
wilt gebruiken.
1. Bevestig de laser aan een uiteinde van een muur met
behulp van de draaibeugel.
2. Schakel de horizontale laserstraal aan en draai de laser
richting het andere uiteinde van de muur en ongeveer
parallel aan de aangrenzende muur.
3. Markeer het midden van de straal op twee plekken (
c
,
d
) ten minste 30’ (9 m) uit elkaar.
4. Herpositioneer de laser aan het andere uiteinde van de
muur.
5. Schakel de horizontale laserstraal in en draai de laser
richting het eerste uiteinde van de muur en ongeveer
parallel aan de aangrenzende muur.
6. Pas de hoogte van de laser aan zodat het midden van de
straal op één lijn staat met de dichtstbijzijnde markering
d
.
7. Markeer het midden van de straal
e
direct boven of
onder de verste markering
c
.
8. Meet de afstand tussen de twee markeringen
(
c
,
e
). Als de gemeten waarde groter is dan de
waarden hieronder afgebeeld, moet de laser worden
afgesteld bij een erkend servicecentrum.
Afstand tussen de muren Toegestane afstand
tussen de markeringen
9 m (30’) 6,0 mm (1/4")
12 m (40’) 8,0 mm (5/16")
15 m (50’) 10,0 mm (13/32")
Nauwkeurigheid controleren –
Verticale straal (Zie afbeelding
9
)
De verticale (loodlijn) kalibratie van de laser kan het beste
worden gecontroleerd op een locatie waar veel hoogte
beschikbaar is, het liefst 30’ (9m). Één persoon staat op de
grond en positioneert de laser terwijl een ander persoon op het
plafond de positie van de straal markeert. Het is belangrijk dat
u een kalibratie controle uitvoert met een afstand die niet korter
is dan de afstand waarvoor u de laser wilt gebruiken.
1. Plaats de laser op de vloer en schakel beide verticale
laserstralen in.
2. Markeer twee posities op de vloer waar de stralen kruisen
(
f
,
g
) en ook op het plafond
h
. Markeer altijd het
midden van de stralen.
3. Draai de laser 180 graden en positioneer het dichtbij de
tweede markering
g
zodat de kruislijn precies op de
originele markeringen (
f
,
g
) op de vloer straalt.
4. Markeer de positie waar de stralen op het plafond kruisen
j
.
5. Meet de afstand tussen de twee markeringen op het
plafond
(
h
,
j
). Als de gemeten waarde groter is dan de waarden
hieronder afgebeeld, moet de laser worden afgesteld bij
een erkend servicecentrum.
Plafond hoogte Toegestane afstand
tussen de markeringen
2,5 m (8’) 1,5 mm (1/16")
3 m (10’) 2,0 mm (3/32")
4 m (14’) 2,5 mm (1/8")
6 m (20’) 4 m (5/32")
9 m (30’) 6 m (1/4")
De 30º nauwkeurigheid tussen de verticale stralen
controleren (DCE089R/G) (Zie afbeelding
10
)
Voor het controleren van de 30º nauwkeurigheid is een open
ruimte nodig van ten minste 10m x 5m (33’ x 18’). Raadpleeg
afbeelding 9 voor de positie van de laser en de plaats van de
markeringen tijdens elke stap. Markeer altijd het midden van
de stralen.
1. Plaats de laser in een hoek op de grond en schakel de
verticale straal aan de zijkant in.

Other manuals for DeWalt DCE0811R

Related product manuals