83
NEDERLANDS
f ) De afmetingen van de aansluiting van het accessoire
moet overeenkomen met die van de aansluiting van
het elektrisch gereedschap. Accessoires die niet passen
op de bevestigingshardware van het gereedschap zullen
uit balans raken en/of extreem trillen en kunnen u de
controle over het gereedschap doenverliezen.
g ) Gebruik een hulpstuk niet als dit beschadigd is.
Controleer het accessoire vóór elk gebruik op
spaanders en barsten en het steunkussen op
scheuren, barsten of overmatige slijtage. Als het
gereedschap of het accessoire is gevallen, inspecteer
het dan op schade of plaats een onbeschadigd
accessoire. Stel uzelf en omstanders na het
inspecteren en plaatsen van een accessoire op
buiten het bereik van het ronddraaiende accessoire
en laat het gereedschap gedurende een minuut
onbelast op maximale snelheid draaien. Beschadigde
accessoires breken gewoonlijk af tijdens dezetesttijd.
h ) Draag persoonlijke beschermende uitrusting.
Gebruik afhankelijk van de toepassing
gezichtsbedekking of bescherming van de ogen,
zoals een veiligheidsbril. Draag, zo nodig, een
stofmasker, gehoorbescherming, handschoenen
en een werkschort die kleine afgeschuurde deeltjes
of deeltjes van het werkstuk tegenhouden. De
bescherming van de ogen moet rondvliegende deeltjes
die door de diverse werkzaamheden vrijkomen, tegen
kunnen houden. Het stofmasker moet in staat zijn
deeltjes die door uw werkzaamheden vrijkomen te
filteren. Langdurige blootstelling aan hevig lawaai kan
gehoorverliesveroorzaken.
i ) Houd omstanders op veilige afstand van de
werkomgeving. Iedereen die het werkgebied
betreedt, moet persoonlijke beschermende kleding
dragen. Brokstukken van het werkstuk of van een
afgebroken accessoire kunnen worden weggeslingerd en
letsel buiten het directe werkgebiedveroorzaken.
j ) Leg het gereedschap nooit neer voordat het
accessoire volledig tot stilstand is gekomen. Het
ronddraaiende accessoire kan mogelijk in contact met
de oppervlakte komen waardoor u de controle over het
elektrisch gereedschapverliest.
k ) Laat het gereedschap niet draaien terwijl u het
aan uw zijde draagt. Wanneer uw kleding per ongeluk
bekneld raakt in het ronddraaiende accessoire, kan het
accessoire tegen uw lichaam aan wordengetrokken.
l ) Maak de ventilatieopeningen van het gereedschap
regelmatig schoon. De ventilator van de motor zuigt
het stof in de behuizing en extreme ophoping van
metaaldeeltjes kan een elektrische schokveroorzaken.
m ) Werk niet met het gereedschap in de buurt van
ontvlambare materialen. Vonken kunnen deze
materialen doenontbranden.
n ) Gebruik geen accessoires waarvoor vloeibare
koelmiddelen nodig zijn. Het gebruik van water of
AANVULLENDE SPECIALE
VEILIGHEIDSREGELS
Veiligheidswaarschuwingen die algemeen
gelden voor schuurwerk
a ) Dit elektrische gereedschap is bedoeld om als
schuurmachine te worden gebruikt. Lees alle
veiligheidswaarschuwingen, instructies, illustraties
en specificaties die bij dit gereedschap worden
verstrekt. Het niet opvolgen van alle onderstaande
instructies kan leiden tot een elektrische schok, brand en/
of ernstig persoonlijkletsel.
b ) Voer geen wijzigingen aan dit gereedschap uit met
het doel werkzaamheden te verrichten waarvoor
het niet is ontworpen en bedoeld door de fabrikant.
Dergelijke wijzigingen kunnen leiden tot verlies van
controle en kunnen ernstig persoonlijk letselveroorzaken.
c ) Gebruik geen accessoires die niet specifiek door de
fabrikant van het gereedschap werden ontworpen
en opgegeven. Als u een accessoire op uw gereedschap
kunt bevestigen, betekent dat nog niet dat u er
gegarandeerd veilig mee kuntwerken.
d ) Het nominale toerental van het accessoire moet
tenminste gelijk zijn aan het maximale toerental
zoals dit op het gereedschap staat vermeld.
Accessoires die sneller draaien dan hun nominale
toerental kunnen in stukken breken en deze stukken
kunnen wordenweggeslingerd.
e ) De buitendiameter en dikte van het hulpstuk mogen
niet groter zijn dan de maximale capaciteit van uw
elektrische gereedschap. Accessoires met een onjuiste
grootte kunnen niet goed worden bevestigd of onder
controle wordengehouden.
aangebracht. Beschadigde of gemodificeerde accu’s
kunnen onvoorspelbaar gedrag vertonen dat kan leiden
tot brand, explosie of een risico vanletsel.
f ) Stel een accu of gereedschap niet bloot aan open
vuur of uitzonderlijk hoge temperatuur. Brand
of een temperatuur boven de 130°C kunnen de accu
doenexploderen.
g ) Volg alle instructies voor het opladen en laad
de accu of het gereedschap niet op buiten het
temperatuurbereik dat in de instructies wordt
opgegeven. Door op onjuiste wijze opladen of opladen
bij een temperatuur buiten het opgegeven bereik kan de
accu beschadigd raken en het risico van brandtoenemen.
6) Service
a ) Zorg dat u gereedschap wordt onderhouden door
een erkende reparateur die uitsluitend identieke
vervangende onderdelen gebruikt. Dit zorgt ervoor dat
de veiligheid van het gereedschap blijftgegarandeer.
b ) Probeer nooit beschadigde accu’s te repareren. De
reparaties aan accu’s mogen alleen worden uitgevoerd
door de fabrikant of door geautoriseerdeservicecentra.