162
NEDERLANDS
• Markeer het middelpunt van de laserstraal op één derde afstand
32
en twee derde
afstand
33
op de muur.
• Schakel de machine uit.
• Monteer de machine aan het andere eind van de muur.
• Plaats de machine in een hoek van 90° naar rechts.
• Schakel de horizontale laserstraal in.
• Schakel de machine in, breng de laserstraal op een lijn met de markering op de muur
33
en markeer de laserstraal op twee derde afstand
34
op de muur.
• Schakel de machine uit.
• Meet de verschillen tussen de markeringen (
32
,
34
).
• Indien het verschil tussen de markeringen 6 mm of minder bedraagt, dan is de machine
correct gekalibreerd.
• Indien het verschil tussen de markeringen meer dan 6 mm bedraagt, dan dient de
machine te worden nagekeken.
Test voor loodrecht uitlijnen (Fig. J1, J2)
• Plaats de machine op de vloer in een ruimte met een plafond van tenminste 2,5 m
hoogte.
• Markeer een lijn van 1,5 m lang
35
op de vloer. Plaats de machine op een eind van de
markering op de vloer
35
.
• Schakel de verticale laserstraal in.
• Breng de laserstraal op een lijn met de markering op de vloer
35
.
• Markeer het middelpunt van de laserstraal op één derde afstand
36
en twee derde
afstand
37
op het plafond.
• Schakel de machine uit. Plaats de machine op het andere eind van de markering op de
vloer
35
, naar de markering gericht.
• Schakel de verticale laserstraal in.
• Breng de laserstraal op een lijn met de markering op de vloer
35
.
• Markeer het middelpunt van de laserstraal op één derde afstand
38
en twee derde
afstand
39
op het plafond.
• Schakel de machine uit.
• Meet de verschillen tussen de markeringen (
36
,
38
).
• Meet de verschillen tussen de markeringen (
37
,
39
).
• Indien het verschil tussen de markeringen 3,5 mm of minder bedraagt, dan is de
machine correct gekalibreerd.