앬 Snij niet tegen harde voorwerpen. Zo
voorkomt u verwondingen en een
beschadiging van het toestel.
앬 Gebruik de rand van de beschermkap om
het toestel op afstand te houden van een
muur, verschillende oppervlakken alsook
van breekbare dingen.
앬 Gebruik het toestel nooit zonder
bescherminrichting.
LET OP! De bescherminrichting is
belangrijk voor uw veiligheid en de
veiligheid van anderen alsook voor de
correcte werkwijze van de machine.
Niet-naleving van dit voorschrift leidt,
buiten het feit dat daardoor een
potentiële gevarenbron wordt
geschapen, tot het verlies van uw recht
op garantie.
앬 Probeer niet de snij-inrichting (nylondraad)
met de handen te stoppen. Wacht altijd tot
deze vanzelf stopt.
앬 Gebruik geen andere dan de originele
nylondraad. Monteer nooit metalen
snijelementen.
앬 Wees voorzichtig tegen verwondingen aan
de inrichting die dient om de draadlengte af
te snijden. Na het uittrekken van een
nieuwe draad dient u de machine altijd in
haar normale werkpositie te houden
voordat u ze inschakelt.
앬 Let er goed op dat de luchtopeningen vrij
zijn van verontreinigingen.
앬 Trek na gebruik de netstekker uit het
stopcontact en controleer de machine op
beschadiging.
앬 Probeer niet met het toestel gras te snijden
dat niet op de grond groeit; probeer b.v.
niet gras te snijden dat op muren of stenen
enz. groeit.
앬 Binnen het werkgebied van de
gazontrimmer is de gebruiker
verantwoordelijk tegenover derden voor
schade berokkend door het gebruik van het
toestel.
앬 Steek met ingeschakeld toestel geen
wegen of grindpaden over.
앬 Als u het toestel niet gebruikt bewaar het
op een droge en voor kinderen
onbereikbare plaats.
앬 Gebruik het toestel enkel op de manier
beschreven in deze gebruiksaanwijzing en
hou het altijd loodrecht t.o.v. de grond. Elke
andere stand is gevaarlijk.
앬 Controleer regelmatig of de schroeven naar
behoren zijn aangehaald.
앬 De netspanning moet overeenstemmen
met de spanning vermeld op het
kenplaatje.
앬 De aansluitkabel dient regelmatig op
tekens van beschadiging of veroudering te
worden gecontroleerd. Het toestel mag niet
gebruikt worden als de aansluitkabel niet in
perfecte staat is.
앬 De gebruikte aansluitkabels mogen niet
lichter zijn dan lichte rubberslangkabels
HO7RN-F volgens DIN 57282/VDE 0282
en moeten een minimumdiameter van
1,5 mm
2
hebben. De insteekverbindingen
moeten voorzien zijn van een randaarding
en de koppeling moet spatwaterdicht zijn.
앬 Wordt de kabel tijdens het gebruik
beschadigd, scheidt hem dan onmiddellijk
van het net.
DE KABEL NIET AANRAKEN VOORDAT
HIJ VAN HET NET GESCHEIDEN IS.
앬 Indien de aansluitkabel wordt beschadigd,
dient die door de fabrikant of door zijn
vertegenwoordiger van de dienst na
verkoop te worden vervangen om gevaren
te voorkomen.
앬 De toestel mag enkel via een
verliesstroom-veiligheidsinrichting (RCD)
met een afschakelstroom van max. 30 mA
worden gevoed.
앬 De te snijden vlakte altijd vrij houden van
kabels en andere voorwerpen.
앬 Indien het toestel moet worden opgeheven
om het te transporteren, dient u de motor
stop te zetten en te wachten tot het
gereedschap stilstaat. Voordat u de
machine verlaat moet de motor worden
stopgezet en moet de netstekker uit het
stopcontact worden getrokken.
앬 Vergewis u er zich van dat geen van de
draaiende elementen beschadigd is en dat
de draadspoel correct is geïnstalleerd en
bevestigd alvorens het toestel aan te
sluiten op het stroomnet.
앬 Tijdens het bedrijf mag u in geen geval
NL
29