75NEDERLANDS
4.2 Werkingincontinuemodus
1. DrukopdeAAN/UIT-toets.
2. Drukopdetoets“mode”(modus)tot
hetindicatielampjeonder“cont”brandt.
4.3 Degewenstevochtigheid
instellen
Alsderelatievevochtigheidnaenkele
dagenisafgenomen,druktuopde
toets of voordeVOCHTIGHEID
omeenwaardeteselecterentussen
35%en85%,zodatderuimteop
eencomfortabelevochtigheidwordt
gehouden.Doornogmaalstedrukkenop
detoets of wordtdevochtigheid
gewijzigdinstappenvan5%.Nadatu
degewenstevochtigheidhebtingesteld,
wordtophetdisplaydewerkelijke
vochtigheidinderuimteweergegeven.
4.4 Deventilatorsnelheid
wijzigen
Ukuntmetbehulpvandeventilatortoets
deventilatorsnelheidinstellenoplow,
medenhi.Alsdehogeventilatorsnelheid
isingesteld,brandenbeide
indicatielampjesboven“low”en“med”.
Eenhogereventilatorsnelheidresulteert
ineensnellerevochtverwijdering.
4.5 SMD-modus
Indesnelleontvochtigingsmodus(SMD)
regelthetapparaatautomatischde
vochtigheidinderuimtebinneneen
comfortabelbereikvan45%~55%,in
overeenstemmingmetdetemperatuur
inderuimte.Indezemoduswerkt
defunctievoordeinstellingvan
devochtigheidniet.Drukomde
SMD-modusinteschakelenopde
toets“mode”(modus) tothet
indicatielampjeonder“SMD”brandt.
IndeSMD-moduswordtdevochtigheid
automatischgeregelddoorhetapparaat,
enhoeftzeniethandmatigteworden
ingesteld.
4.6 Drogermodus
Hetapparaatlevertdemaximale
ontvochtigingsprestatieswanneer
hetindedrogermoduswerkt.De
ventilatorsnelheidisingesteldophoge
snelheid.Hetvochtigheidsniveau
wordtautomatischgeregeldin
overeenstemmingmetdewerkelijke
vochtigheidinderuimte.
DrukomdeDroger-modusinte
schakelenopdetoets“mode”(modus)
tothetindicatielampjeonder“Dryer”
(Droger)brandt.
30~50cm
1)
2)
30~50cm
1)Luchtstroomrichting; 2)Nattekleren
OPMERKING:
• Dedrogermodusmoetwordengebruikt
ineengeslotenruimte,dedeurenhet
venstermogennietgeopendworden.
• Vooreenoptimaledoeltreende
ontvochtigingmoeteneerstdenatte
klerenwordenontvochtigd.