16 NL-NL Nederlands
2. Indicator die aangeeft of de geheugenkaart bezig is.
Opm.
• Werp de geheugenkaart niet uit wanneer deze LED knippert.
• Sluit de camera niet op een computer aan wanneer deze LED knippert.
3. USB mini-B-kabel (om de camera op een computer aan te sluiten).
4. Geheugenkaart.
5. Videokabel (composiet video).
6. Bevestiging voor statief 1/4"-20.
7. Vergrendeling voor het klepje van het connectordeel.
8. Klepje van het batterijvak.
9. Vergrendeling voor het klepje van het batterijvak.
16.10 Schermelementen
Zie Figure 2.4 Screen elements, pagina 3.
1. Meetwerkbalk.
2. Meethulpmiddel (bijv. spotmeter).
3. Resultatentabel.
4. Statuspictogrammen.
5. Temperatuurschaal.
6. Werkbalkknop Instellingen.
7. Werkbalkknop Kleur.
8. Werkbalkknop Meten.
9. Werkbalkknop Beeldmodus.
10. Werkbalkknop Meetparameters.
11. Werkbalkknop Opnamemodus.
16.11 Onthouden
• Stel de camera eerst scherp. Als u dit niet doet, zal de meting onjuist zijn.
• Standaard wordt de instelling van de meeste camera´s automatisch aange-
past. Gebruik eerst deze modus, maar stap bij twijfel over op handmatige
bediening.
• Een warmtebeeldcamera heeft een resolutielimiet. Deze is afhankelijk van de
grootte van de detector, de lens en de afstand tot het onderwerp. Gebruik de
functie voor middelpuntsmeting als hulpmiddel voor het bepalen van de
kleinst mogelijke objectgrootte. Ga indien noodzakelijk dichterbij staan. Zorg
dat u uit de buurt blijft van gevaarlijke plekken en elektrische onderdelen.
#T810140; r. AB/33072/33072; mul 74
To Next Page
Loading...
