Als de onderstaande parameters aan de werkelijke gebruiksomstandigheden worden
aangepast, is het belangrijk ervoor te zorgen dat de instellingen het alarmsysteem niet te
gevoelig of te ongevoelig maken.
Het verschil tussen het temperatuurinstelpunt en de alarminstellingen hAL / LAL
verkleinen, zal leiden tot onbedoelde alarmen. Een klein verschil, in combinatie met een te
korte dAh kan al door het openen van de deur leiden tot een AH-alarm.
dAh mag nooit worden aangepast tot minder dan 30 minuten.
Om toegang te krijgen tot de temperatuuralarmparameters houdt u en gelijktijdig
gedurende 5 seconden ingedrukt. Op de display zal de eerste temperatuuralarmparameter
hAL knipperen.
Om toegang te krijgen tot de individuele parameters drukt u op .
Om tussen de parameters te navigeren en deze aan te passen, gebruikt u en .
Druk op om de nieuwe instelling op te slaan. De controller gaat automatisch naar de
volgende parameter.
De instelbare parameters zijn:
Fabrieksinstelling
hAL High Alarm Limit (hoge alarmlimiet) + 25 °C
LAL Low Alarm Limit (lage alarmlimiet) - 29 °C
dAh Time delay Alarm high (tijdsvertraging hoog alarm) 120 minuten
dAL Time delay Alarm Low (tijdsvertraging laag alarm) 20 minuten
Atd Alarm temperature differential (alarm temperatuurverschil) 2K
De bovenstaande parameterinstellingen leiden tot het volgende:
Om een hoog temperatuuralarm (Ah) te activeren, moet de kasttemperatuur hoger zijn dan
hAL = 25 °C gedurende meer dan dAh = 120 minuten. Dit zal ertoe leiden dat begint te
branden en de display wisselt tussen Ah en de huidige kasttemperatuur.
Zodra de temperatuur onder 23 °C (hAL – Atd) daalt, verandert het alarm van aanwezig
naar gelogd. De display toont de huidige temperatuur en blijft branden om aan te geven
dat er een temperatuuralarm heeft plaatsgevonden.
Om een laag temperatuuralarm (AL) te activeren, moet de kasttemperatuur lager zijn dan
LAL = -29 °C gedurende meer dan dAh = 20 minuten. Dit zal ertoe leiden dat begint te
branden en de display wisselt tussen AL en de huidige kasttemperatuur.
Zodra de temperatuur boven -27 °C (LAL+ Atd) stijgt, verandert het alarm van aanwezig
naar gelogd. De display toont de huidige temperatuur en blijft branden om aan te geven
dat er een temperatuuralarm heeft plaatsgevonden.