• De deur-/ladepakkingen zijn vuil, 
versleten, gebarsten of niet 
goed op elkaar afgestemd. 
• Iets aan de binnenkant voorkomt 
dat de deur/lade goed kan sluiten. 
• Verplaats de planken, 
deurrekken of interne 
containers zodat de deur/ 
lade kan worden gesloten. 
De zijkanten van 
de kast en de deur-
strip worden warm. 
Het apparaat maakt 
afwijkende geluiden. 
• Het apparaat staat niet 
op een vlakke ondergrond. 
• Het apparaat raakt voorwerpen 
rondom. 
• Stel de pootjes af om het 
apparaat waterpas te zetten. 
• Verwijder voorwerpen 
rondom het apparaat. 
Er is een licht geluid 
te horen dat lijkt 
op dat van 
stromend water. 
U hoort een alarm-
pieptoon. 
• De deur van het koelkastgedeelte 
staat open. 
U hoort een zacht 
gebrom. 
• Het anticondensatiesysteem 
is aan het werk. 
• Dit voorkomt condensatie 
en is normaal. 
De binnenverlichting 
of het koelsysteem 
werkt niet. 
• De netstekker is niet aangesloten 
op het stopcontact. 
• De voeding is niet intact. 
• Het ledlampje is buiten werking. 
• Steek de stekker 
in het stopcontact. 
• Controleer de elektrische 
voeding naar de kamer. Bel het 
plaatselijke elektriciteitsbedrijf! 
• Bel de klantenservice om het 
lampje te laten vervangen. 
Lekkend of druppe-
lend water uit het 
mondstuk van 
de waterdispenser. 
• Het waterreservoir is niet correct 
geplaatst. 
• Het mondstuk van de water-
dispenser is niet goed vastge-
schroefd op het reservoir. 
• De witte siliconen O-ring 
ontbreekt bij het watermondstuk. 
• Plaats het waterreservoir terug 
in de koelkastdeur en zorg 
ervoor dat het volledig 
in de deur wordt gedrukt. 
• Het watermondstuk moet 
stevig op het waterreservoir 
worden geschroefd. 
• Controleer of het 
watermondstuk is voorzien van 
een witte siliconen O-ring aan 
de kant van het reservoir 
voordat u het watermondstuk 
op het waterreservoir plaatst.