Probleemoplossing en onderhoud 65
7 Klik in het volgende scherm op Volgende wanneer u daarom wordt gevraagd.
De computer wordt opnieuw opgestart.
8 Klik op Ja op de vraag of u een systeemherstel wilt uitvoeren en klik op Volgende.
9 Als wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat nog niet
hebt gedaan, klikt u op de knop Eerst een back-up van de bestanden maken.
Klik anders op de knop Herstellen zonder back-up van bestanden te maken
en klik op Volgende.
Het systeemherstel wordt gestart. Nadat het systeemherstel is voltooid, klikt u op
Voltooien om de computer opnieuw op te starten.
10 Voer het registratieproces uit en wacht totdat u het bureaublad ziet.
11 Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten weer aan en schakel de computer
weer in.
12 Voer de procedure in “De post-herstelprocedure uitvoeren” op pagina 67 uit.
Systeemherstel bij opstarten van het systeem
Als Windows Vista niet reageert, maar de computer wel werkt, gebruikt u deze stappen om
een systeemherstel uit te voeren:
1 Schakel de computer uit. Houd zo nodig de aan/uit-knop ingedrukt totdat de computer
wordt uitgeschakeld.
2 Koppel alle randapparaten los van de computer, behalve de monitor, het toetsenbord
en de muis.
3 Druk op de aan/uit-knop om de computer in te schakelen.
4 Zodra het eerste scherm met het bedrijfslogo wordt weergegeven, drukt u herhaaldelijk
op F11 op het toetsenbord totdat het venster van Herstelbeheer wordt weergegeven.
5 Klik op Geavanceerde opties.
6 Selecteer de optie voor het herstellen van de fabrieksinstellingen van de computer en
klik op Volgende.
7 Als wordt gevraagd of u een back-up van uw bestanden wilt maken en u dat nog niet
hebt gedaan, klikt u op de knop Eerst een back-up van de bestanden maken.
Klik anders op de knop Herstellen zonder back-up van bestanden te maken
en klik op Volgende.
Het systeemherstel wordt gestart. Nadat het systeemherstel is voltooid, klikt u op
Voltooien om de computer opnieuw op te starten.
8 Voer het registratieproces uit en wacht totdat u het bureaublad ziet.
9 Schakel de computer uit, sluit alle randapparaten weer aan en schakel de computer
weer in.
10 Voer de procedure in “De post-herstelprocedure uitvoeren” op pagina 67 uit.
OPMERKING: Als uw systeem geen herstelpartitie detecteert, zal u worden gevraagd
een herstelschijf in te voeren. Voer de schijf in en ga verder met stap 7 van onderdeel
“Systeemherstel starten met herstelschijven” op pagina 66.
OPMERKING: Bij het systeemherstel worden alle gegevens en programma's verwijderd die
u na de aanschaf hebt gemaakt of geïnstalleerd. Maak daarom een back-up op een
verwijderbare schijf van alle gegevens die u wilt bewaren.