109
accessoires kunnen schade aan het apparaat of letsel veroorzaken.
13. Installeer het apparaat op een vlakke en stabiele ondergrond die niet aan
constante trillingen onderhevig is gesteld. Plaats het apparaat in een verticale positie.
Elke andere positie wordt als gevaarlijk beschouwd.
14. Houd een minimum afstand rondom het apparaat voor voldoende ventilatie.
15. Installeer het apparaat niet in de buurt van een open vlam, zoals een aangestoken
kaars.
16. Installeer het apparaat niet in een ruimte waar het aan vocht of slecht weer
blootgesteld kan worden.
17. Stel het apparaat niet bloot aan water, gedruppel of gespat. Plaats geen voorwerp
gevuld met een vloeistof, zoals een vaas, op het apparaat.
18. Dompel het apparaat niet in water of een andere vloeistof.
19. Open het apparaat nooit zelf. Laat het uit elkaar halen, repareren en controleren
van het apparaat alleen over aan een vakbekwame persoon.
20. Pas op voor lang haar! Het kan door de luchtturbulentie in de ventilator worden
gevangen.
ALLEEN VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK
BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING
TECHNISCHE GEGEVENS