13
• Open het batterijvakje door de geribbelde gedeelten in te drukken en naar beneden
te schuiven.
• Installeer de batterijen op een manier waarbij de + en – overeenkomen met de + en
– in het batterijvakje.
• Verwijder de batterijen als het apparaat lange tijd niet wordt gebruikt.
• Niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen.
• Oplaadbare batterijen moeten uit het apparaat worden verwijderd voordat ze worden
geladen.
• Nieuwe en oude of verschillende soorten batterijen mogen niet gemengd worden.
• Batterijen moeten met de juiste polariteit worden geplaatst.
• Lege batterijen moeten uit het apparaat verwijderd worden en worden weggegooid.
• Als het apparaat langere tijd ongebruikt wordt opgeborgen, moeten de batterijen
verwijderd worden.
• De voedingscontacten mogen niet worden kortgesloten.
GEBRUIKSAANWIJZING
DE VERSTELBARE KAM BEVESTIGEN
• Houd het apparaat in één hand met uw duim stevig op het zoomwieltje om te zorgen
dat deze niet kan draaien. Zorg ervoor dat de lengte-instelling op 0.4 staat.
• Laat de opzetkam in de groeven glijden tot deze op zijn plaats klikt.
• De kam kan slechts op één manier worden bevestigd.
DE TRIMLENGTE INSTELLEN
• De opzetkam kan worden ingesteld op 17 verschillende haarlengtes.
• Selecteer de kamlengte door het zoomwieltje omhoog te draaien voor een
langere lengte en omlaag voor een kortere lengte. Raadpleeg de
onderstaande tabel voor de verschillende haarlengtes.
• Het wieltje zal bij elke lengte-instelling op zijn plaats klikken en het nummer
behorende bij de lengte-instelling verschijnt op de indicator.
Kamstand Haarlengte
0.4 0.4 mm
1 1 mm
1.5 1.5 mm
2 2 mm
2.5 2.5 mm
3 3 mm
3.5 3.5 mm
NEDERLANDS
GB
DE
NL
FR
ES
IT
DK
SE
FI
NO
PT
SK
CZ
PL
HU
RU
TR
RO
GR
SI
HR
UA
BG
AE