GESCHIKTE SCHALEN, TIPS EN ADVIES
OMDRAAIEN/ROEREN
Vrijwel alle gerechten moeten af en toe een keer 
worden omgedraaid of geroerd. Delen, die aan elkaar 
vastzitten, zo spoedig mogelijk van elkaar scheiden en 
anders rangschikken.
KLEINE HOEVEELHEDEN
Kleinere hoeveelheden ontdooien gelijkmatiger en 
sneller dan grote. Wij adviseren daarom zo klein 
mogelijke porties in te vriezen. Zo kon u snel en 
gemakkelijk hele menu’s samenstellen.
VOEDSEL DAT SPECIALE BEHANDELING 
VEREIST
Gevoelige gerechten, zoals taart, slagroom, kaas en 
brood, niet geheel ontdooien, maar slechts voordooien 
en op kamertemperatuur verder laten ontdooien. 
Daardoor voorkomt u dat de buitenste gedeelten reeds 
te heet worden, terwijl de binnenste nog bevroren zijn. 
STANDTIJD
De standtijd na het ontdooien van voedsel is zeer 
belangrijk, omdat de dooiprocedure gedurende deze 
tijd wordt voortgezet. In de dooitabel vindt u de standtijd 
voor verschillende gerechten. Dikke, compacte gerechten 
hebben een langere standtijd nodig dan vlakke of 
gerechten met een poreuze structuur. Als het voedsel niet 
voldoende ontdooid is, kan u het verder ontdooien in de 
magnetron of de standtijd dienovereenkomstig verlengen. 
Gerechten na de standtijd bij voorkeur onmiddellijk 
verder verwerken en niet opnieuw invriezen.
HET KOKEN VAN VERSE GROENTEN
●  Let bij het kopen van groenten op, dat de stukken 
zoveel mogelijk van gelijke grootte zijn. Dit is 
vooral van belang, wanneer u de groenten heel wilt 
koken (bijv. ongeschilde aardappelen).
●  Groenten voor de bereiding wassen, panklaar 
maken en pas dan de vereiste hoeveelheid voor het 
recept afwegen en snijden.
●  Kruidt zoals normaal, maar voeg in het algemeen 
pas na het koken zout toe,
●  Per 500 gr. groenten bij benadering 5 EL water 
toevoegen. Groenten die rijk aan vezels zijn, 
hebben wat meer water nodig. De nodige gegevens 
hierover vindt u in de tabel.
●  Groenten worden in het algemeen in een schaal met 
deksel gekookd. Vloeistofrijke groenten, zoals bijv. 
uien of geschilde aardappelen, kunnen zonder 
toevoeging van water in magnetronfolie worden 
gekookd.
●  Groenten na de helft van de kooktijd roeren of 
omdraaien.  
●  Na het koken dient u de groenten bij benadering 
2 min. te laten staan,zodat de temperatuur zich 
gelijkmatig verspreid (standtijd).
●  De vermelde kooktijden zijn richtlijnen en zijn 
afhankelijk van gewicht, uitgangstemperatuur en 
hoedanigheid van de groenten. Hoe verser de 
groenten, des te korter zijn de kooktijden.
HET KOKEN VAN VLEES, VIS EN 
GEVOGELTE
●  Let bij het kopen van vlees op, dat de stukken 
zoveel mogelijk van gelijke grootte zijn. Op die 
manier krijgt u een goed kookresultaat.
●  Vlees, vis en gevogelte voor de bereiding grondig 
wassen onder stromend koud water en met 
keukenpapier betten. Daarna zoals normaal verder 
werken.
●  Rundsvlees dient goed behangen te zijn en weinig 
pezen te bevatten.
●  Ondanks de gelijkmatige grootte van de 
vleesstukken kan het kookresultaat verschillend zijn. 
Dit hangt onder andere af van het soort vlees, van 
het verschillende vet- en vloeistofgehalte alsmede 
van de temperatuur van het vlees voor het koken.
●  Vanaf een kooktijd van 15 min. verkrijgt men een 
natuurlijke bruinering, die door de toepassing van 
bruineringsmiddelen nog kan worden versterkt. Om 
daarnaast een knapperig oppervlak te verkrijgen, 
dient u bruineringsserviesgoed te gebruiken of het 
voedsel op het fornuis aan te braden en in de 
magnetron te laten gaar sudderen. Op die manier 
verkrijgt u tegelijkertijd een bruine substantie voor 
de toebereiding van de saus.
●  Grotere vlees-, vis- en gevogeltestukken na de 
halve kooktijd draaien, zodat ze van alle kanten 
gelijkmatig gaar worden.
●  Bedek uw braadvlees na het koken met 
aluminiumfolie en laat het bij benadering 10 min. 
rusten (standtijd). Gedurende deze tijd kookt het 
braadvlees na en de vloeistof wordt gelijkmatig 
verdeeld, zodat er bij het snijden minder vleessap 
verloren gaat.
ONTDOOIEN EN KOKEN
Bevroren gerechten kunnen in de magnetron in één 
keer worden ontdooid en tegelijkertijd worden gekookt. 
In de tabel vindt u hiervan enkele voorbeelden. 
Let u bovendien op de algemene aanwijzingen bij 
“verwarmen” en “ontdooien” van voedsel. Voor 
toebereiding van in de handel gebruikelijke panklare 
diepvriesproducten dient u zich aan de instructies 
van de fabrikant op de verpakking te houden. Deze 
bevatten gewoonlijk de juiste kooktijden en geven 
advies voor de bereiding. 
       79/NL-17
R-291(BK)WE [03 NL].indd   17R-291(BK)WE [03 NL].indd   17 3/26/2014   1:19:46 PM3/26/2014   1:19:46 PM