EasyManua.ls Logo

SystemAir SQ20

SystemAir SQ20
148 pages
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Nederlands
74 SQ
Ventilatieconvector "Global Hydron ic cassette"
Verklaring
Fig.1.
A
- Unit
B
- Frame/Grille
Fig.15.
1 -
Verwarmen: stand luchtgeleideschoep
voor een juiste luchtstroming.
2 -
Koelen: stand luchtgeleideschoep voor
een juiste luchtstroming.
LET OP:
Gebruik voor het sluiten van 1 of 2 schoepen
de speciale afsluitkit.
Fig.18.
1 - Moer
2 - Houten frame
3 - Draadstangen
4 - Ringen
5 - Moer
6 - Ringen
7 - Draadstangen
8 - Ringen
9 - Moer
10 - Moer
Fig.19.
7 - Draadstangen
11 - T-ligger (te verwijderen)
Fig.20.
7 - Draadstangen
11 - T-ligger (te verwijderen)
12 - Beugels
18 - Schakelkast
Fig.21.
13 - Plafond
14 - Waterpas
Fig.24.
15 - Kunststof haken
16 - Beveiligingskoord
17 - Moeren en afstandsstukken voor
bevestiging van het raamwerk
Fig.25.
3 - Afdichting "A"
4 - Afdichting "B"
5 - Luchtuitblaasopening
Fig.26-27.
a - Ingang water koud circuit
b - Uitgang water koud circuit
c - Luchtafvoerklep
d - Ingang water warm circuit
e - Uitgang water warm circuit
Fig.28.
Zie paragraaf "Gemotoriseerde klep"
Fig.31.
Stand voor automatisch bedrijf
f - Klephuis
g - Elektrothermische kop
Fig.32.
Beveiligingen warmteweerstanden
A - Thermostaat met handmatige reset
B - Thermostaat met automatische reset
Fig.35.-36. Standaard.
18 - Schakelkast
19 -
Kabelbeugel
20 -
Klemmenbord
21 -
Relais verwarmingsweerstand
22 -
Condensator
24 -
Ingang bedrading kleppen
25 - Voedingskabel
26 - Controlekabel
Fig.37. Standaard met kleppen
27 - Bedrading koude klep
28 - Bedrading warmte klep (alleen 4 leidingen)
Fig. 38. "IR Control"
18 - Schakelkast
19 - Kabelbeugel
20 - Klemmenbord
21 - Relais verwarmingsweerstand
22 - Condensator
29 - Transformator
30 - kaart "IR Control"
Fig. 39. "IR Control" en borstelloze motor
18 - Schakelkast
19 - Kabelbeugel
20 - Klemmenbord
21 - Relais verwarmingsweerstand
22 - Condensator
25 - Voedingskabel
29 - Transformator
30 - Kaart "IR Control"
31 - Motorkaart EC
Fig.39e. Borstelloze motors met verwarmers
Fig.
40e.
Diagram winterbedrijf met buiten luchttoevoer
O - Vorstbeveiliging
P - Toerenregelaar
Q - Ventilatormotor buitenluchttoevoer
R - Relais 230V
a= neutraal
b= koelsignaal 230V
c= verwarmingssignaal 230V
Fig.44.
Voorbeelden voor plaatsing van het luchtrooster
J - Scheidingswand
K - Ingekorte deur
L - Muurrooster
M - Deurrooster
Fig.45.
j - Slangaansluiting
k - Slangklem
l - Afdichting 6 mm dik neopreen
m - Geïsoleerde exibele slang
n - Buiten luchtaansluiting
o - Aansluiting aangrenzende ruimte
Fig.47.
Diagram voor luchttoevoer naar een aangrenzende
ruimte: 1 schoep gesloten
S - Luchtkanaal naar aangrenzende ruimte
Bij 2 gesloten schoepen is de luchthoeveelheid naar de
aangrenzende ruimte 50% hoger dan bij 1 gesloten schoep
(bij dezelfde externe statische druk).
Fig.48.
Reiniging lter
Nederlands
75SQ
Montage
Lees deze gebruiksaanwijzing goed door voordat u met de
montage begint.
Deze eenheid voldoet aan de Richtlijnen van Machine (2006/42/
EC) en Electromagnetische Compatibiliteit (2014/30/EC).
Als GEEN Systemair AC BEDIENINGEN worden gebruikt, is de monteur
verantwoordelijk voor de naleving van de volgende richtlijnen:
-Laagspanning (2006/95/EC)
-Elektromagnetische compatibiliteit (2014/30/EC)
Dit toestel kan door kinderen van 8 jaar en ouder worden gebruikt
en door personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of mentale
vermogens of met gebrek aan ervaring en kennis als zij onder
toezicht zijn gesteld of zijn geïnstrueerd over het gebruik van het
toestel op een veilige manier en de potentiële gevaren begrijpen.
Kinderen dienen het apparaat onder toezicht te gebruiken om er
zeker van te zijn dat zij er niet mee gaan spelen.
Montage- en onderhoudswerkzaamheden aan deze units mogen
alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde installateur.
Alle bekabeling moet voldoen aan de ter plaatse geldende
voorschriften, zoals NEN 1010. De unit moet worden uitgevoerd
met een aardleiding.
Controleer of voltage en frequentie van de hoofdvoeding
overeenkomen met de gegevens op de ken plaat van de
unit. Houd bij het aanleggen van de elektrische voeding en
bij het aansluiten op het elektrisch voeding net rekening met
de ter plaatse geldende voorschriften. De elektrische voeding
(aansluiting, kabeldiameter, beveiliging) moet geschikt zijn voor
de gegevens zoals aangegeven op de naamplaat van de unit.
Gebruik, indien nodig, voor de condensaatafvoer PVC pijp van
25 mm binnendiameter op de juiste lengte en met adequate
thermische isolatie.
Test de systeemwerking grondig na de installatie en leg alle
systeemfuncties uit aan de klant.
Gebruik de airconditioner alleen voor het doel waarvoor hij is
bestemd. Het apparaat is niet geschikt voor gebruik in zeer
vochtige ruimten.
WAARSCHUWING:
Schakel ALTIJD de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden
aan de unit wordt begonnen!
Systemair AC is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door
modificaties of fouten in de elektrische- of wateraansluitingen.
Als de montage-instructies niet worden gevolgd of bij toepassing
van de unit onder condities die vallen buiten die genoemd in de
tabel Bedrijfslimieten komt de garantie onmiddellijk te vervallen.
Als de veiligheidsrichtlijnen voor de elektrische montage niet
worden gevolgd kan in geval van kortsluiting brand ontstaan.
Controleer de unit op transportschade. Dien in geval van schade
een claim in bij de vervoerder. Installeer geen beschadigde units.
Schakel in geval van storing de unit uit. Schakel de hoofdstroom af
en neem contact op met uw installateur.
Unit en verpakking zijn vervaardigd van milieuvriendelijke
materialen en zijn geschikt voor hergebrui.
Voer het verpakkingsmateriaal af volgens de plaatselijke
voorschriften.
Plaats van opstelling
Plaats de unit niet:
In direct zonlicht.
Te dicht bij een warmtebron.
Aan vochtige wanden of op plaatsen waar gevaar bestaat voor
teveel vocht (wasruimten etc.).
Waar gordijnen of meubels de luchtcirculatie kunnen belemmeren.
Aanbevelingen:
Kies de plaats voor de binnen-unit zodanig, dat de luchtcirculatie
niet wordt belemmerd.
Kies een plaats waar de montage geen problemen oplevert.
Kies een plaats waar voldoende vrije ruimte mogelijk is.
Kies een plaats waar optimale luchtverdeling mogelijk is.
Kies een plaats waar de condensaatafvoer gemakkelijk kan
worden aangelegd.
... obstructies van de toevoer of retourlucht (Zie g. 3).
... blootstelling aan oliedampen (Zie g. 4).
...
montage in ruimten met geluidsgolven met hoge frequentie (Zie g.
5).
... stijgingen in de condensaatafvoerleiding.
Dit mag alleen direct bij de unit met een maximaal hoogteverschil
van 200 mm vanaf de bovenkant van de unit (Zie g. 6).
... horizontale condensaatafvoerleiding met minder dan 2% afschot
(Zie g. 7).
... blootstelling aan direct zonlicht als de unit in koelbedrijfwerkt.
Laat de binnen- of buitenzonwering neer.
... plaatsing te dicht bij warmtebronnen waardoor de unit kan
beschadigen (Zie g. 8).
...
aansluiting van de condensaatafvoer op de riolering zonder sifon .
De hoogte van de sifon moet minimaal 50 mm bedragen (Zie g.
9-10). gedeeltelijke leidingisolatie. Niet waterpas plaatsen van
de unit.
Hierdoor wordt het condensaat niet goed afgevoerd (Zie g. 11).
... het pletten van (condensaat) leidingen (Zie g. 12-13).
... niet goed vastgezette elektrische aansluitingen (Zie g. 14).
Algemene informatie
Waarschuwingen: vermijd .....

Related product manuals