z Inbedrijfstelling
Let op: Na het inschakelen van de
powerbank met compressor
1
aan
de aan-schakelaar voor de power-
bank
9
schakelt het apparaat na
ongeveer 20 seconden automatisch
weer uit, wanneer de compressor
niet wordt gestart of er geen verbrui-
kers worden aangesloten.
z Capaciteit van de
powerbank met
compressor controleren
Schakel de powerbank met com-
pressor
1
aan de aan-schakelaar
voor de powerbank
9
in.
Tijdens het opladen knipperen de
controlelampjes
13
.
Het aantal controlelampjes dat
permanent brandt
13
duidt het
accuvermogen van de power-
bank met compressor
1
aan.
Wanneer het apparaat volledig is
opgeladen, branden alle vier de
controlelampjes
13
permanent.
ControlelampjesAccuvermogen
0 permanent0%
1 permanent25%
2 permanent50%
3 permanent75%
4 permanent100%
z Powerbank met
compressor opladen
Sluit de powerbank met compres-
sor
1
met behulp van de adapter
voor de netaansluiting
24
op een
stopcontact aan.
Sluit daartoe de kabel van
de adapter voor de netaanslui-
ting
24
op de oplaadpoort
(15 V
/ 0,4 A)
10
van de
powerbank met compressor
1
aan en sluit aan op een contact-
doosvoeding.
Voorzichtig: Gebruik uitsluitend
met de adapter voor de netaanslui-
ting die met het apparaat werd
24
geleverd!
Let op: Om het apparaat tegen
beschadiging te beschermen, is
een onderspanningsbeveiliging
in de powerbank met compressor
1
ingebouwd. Die voorkomt een
diepontlading van de powerbank
met compressor
1
en schakelt het
apparaat bij volledig ontladen accu
automatisch uit. In dit geval brandt
nog één van de vier
blauwe controlelampjes
13
. In dit
geval kan er echter geen energie
meer worden afgenomen en wordt
de compressorfunctie gedeactiveerd.
Laad de powerbank met compressor
1
met de adapter voor de netaan-
sluiting
24
weer op.
Inbedrijfstelling