ZF 45A - Page 43

43
Gebruik en onderhoud ZF/ZFE 25 A - ZF/ZFE 85 IV
7.1 Storingen
Controleer allereerst of de instructies van de vorige punten opgevolgd zijn.
AFWIJk ING MOGELIJk E OORZAAk OPLOSSING
1. Hoge olietemperatuur - Oliepeil te hoog - verwijder de overtollige olie
- Oliepeil te laag - bijvullen
- Koeler verstopt - vervang de koeler en
controleer het watercircuit
- Gebrek aan water in het circuit - controleer het circuit en repareer de lek
2. Aanwezigheid van olie - Bouten los - aandraaien tot de aangeraden koppel
op de behuizing - Verbindingen los - aandraaien of vervangen
- Oliestok los - aandraaien of vervangen
- Filter los - aandraaien of vervangen
- Oliepeil te hoog tijdens de werking - aanzuigen tot aan het max. niveau
3. Water in de olie - Koeler beschadigd - servicecentrum raadplegen
4. Inschakeling moeilijk - Verdeler geblokkeerd - servicecentrum raadplegen
- Afstandsbediening - regelen
5. Inschakeling langzaam - Verdeler geblokkeerd - servicecentrum raadplegen
- Oliepeil te laag - bijvullen
- Afstandsbediening - regelen
6. Het schip beweegt niet - Verdeler geblokkeerd - servicecentrum raadplegen
- Verkeerde positie van debedieningshendel - regelen
- Oliepeil te laag - bijvullen
- Schroef verloren - weer monteren
- Schroefpas kapot - servicecentrum raadplegen
- Overbrenging werkt niet goed - servicecentrum raadplegen
- Motor werkt niet goed - servicecentrum raadplegen
- Geen voeding - stekker bevestigen
naar de elektromagnetische - In geval van nood de inrichting
kleppen (alleen ZFE) «Noodbediening» gebruiken (zie pag. 40).
6.1.6 VLOEISTOFFILTER IN
HUIS PLAATSEN
1) Plaats nieuw filterelement op dek-
sel (fig. 20)
2) Monteer de deksel in het huis
met de bijbehorende inbussleutel
(fig.21) en gebruik hiervoor een
aanhaalmoment van min. 5 Nm en
max 8 Nm. Controleer het oliepeil
na een korte gebruiksperiode.
Alleen voor ZF 25 A - ZF 25 oude
versie (Fig. 22)
3) Plaats lterelement en afdichting
op deksel.
4) Filterdeksel met bouten vastschroe-
ven (g. 22, onderdeel 1), aanhaal-
moment 18 Nm;
6.1.7 PROEFDRAAIEN
1) Laat de keerkoppeling na het ver-
versen van de olie proefdraaien.
2) Zet de schakelhendel in de neutrale
stand (N).
Start de motor en laat deze kort
stationair draaien om de koeler en
de leidingen met transmissieolie te
vullen.
3) Stop de motor en controleer het
oliepeil opnieuw. Vul zonodig olie
bij. Overtollige olie moet worden
verwijderd. Het met de peilstok ge-
meten oliepeil moet tussen het min.
en het max. merkteken liggen.
Het oliepeil moet na een korte
gebruiksperiode opnieuw worden
gecontroleerd.
6.1.8 OPSLAG
Als de keerkoppeling gedurende lan-
gere tijd wordt opgeslagen (bijv. in de
winter), dient deze via het peilstokgat
volledig te worden gevuld met ATF om
corrosie te voorkomen.
LET OP!
Ververs de olie wanneer de keer-
koppeling weer in gebruik wordt
genomen, overeenkomstig eerder
vermelde instructie.
IT, EN, DE, FR, ES, NO, PT, NL, FI, EL, HR 3315.758.001 - 2018-04