467775_i 25
Opslag
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Motor draait niet. Pomprotor geblokkeerd. Pomp reinigen. Motoras van pom-
protor met schroevendraaier los-
draaien.
Thermische beveiliging ging
over tot uitschakeling.
Controleer het waterniveau aan de
aanzuigzijde. Laat de te verpompen
vloeistof afkoelen. Repareer of ver-
vang de pomp.
Geen netspanning aanwezig. Controleer de zekeringen; laat de
stroomvoorziening controleren door
een deskundig elektrotechnicus.
Pomp draait maar verpompt
geen vloeistof.
Waterniveau te laag. Zuigleiding dieper onderdompelen.
De pomp zuigt lucht in de zuig-
leiding.
Controleer alle aansluitingen in de
zuigleiding op goede afdichting.
Vervang de afdichtring.
Pomp zuigt lucht aan. Controleer alle aansluitingen en het
filterdeksel op een goede afdichting.
Verstopping in de aanzuigzij-
de.
Verwijder de vervuiling aan de aan-
zuigzijde.
Persleiding gesloten. Open de persleiding.
De pomp is drooggelopen. Vul de pompbehuizing met water.
De pomp schakelt te vaak in
en uit.
Het membraan is beschadigd. Laat het membraan vervangen door
AL-KO Service.
Lage luchtdruk in het voor-
raadreservoir.
Vul lucht bij in het voorraadreservoir.
(Stel de membraanvoordruk in op
1,5 bar).
Pomp schakelt niet uit bij ge-
sloten drukleiding.
Pomp zuigt lucht aan, gebrek
aan water aan aanzuigzijde.
Zet de pomp uit en laat afkoelen.
Verpompte waterhoeveelheid
is gering
Te weinig water aan aanzuig-
zijde.
Dek de aanzuigopening iets af, om
de verpompte waterhoeveelheid aan
te passen.
Slangdiameter te gering. Grotere drukleiding gebruiken.
Verstopping in de aanzuigzij-
de.
Verwijder de vervuiling aan de aan-
zuigzijde. Vervang het filter.
Aanzuighoogte te groot. Controleer de zuighoogte, de maxi-
male hoogte aanhouden; zie de
technische gegevens.
9 OPSLAG
1. Zuig- (16) en drukleiding (10) legen.
2. Aflaattap (8) uitdraaien en het water uit de
pomp weg laten stromen. Het water in het
voorraadreservoir (6) wordt tegelijkertijd door
het luchtmembraan afgetapt.
3. Aflaattap (8) weer indraaien en pomp en ac-
cessoires vorstveilig bewaren.
OPMERKING Bij gevaar voor vorst moet het
systeem volledig geleegd en de pomp op een
vorstveilige plek bewaarde worden.