BE
77
Druk op de toets ON/OFF, kies een bedrijfsmodus met de toets MODE en stel
de temperatuur in.
Druk op de toets SLEEPING, op de display verschijnt het symbool .
De functie SLEEPING past automatisch de temperatuur zodanig aan dat gedu-
rende de nacht een prettiger temperatuur wordt gehandhaafd.
In de bedrijfsmodus koeling of ontvochtiging wordt de ingestelde temperatuur
gedurende de eerste twee bedrijfsuren geleidelijk 2°C verhoogd. In de bedrijf-
smodus verwarming wordt de ingestelde temperatuur gedurende de eerste
twee bedrijfsuren geleidelijk 2°C verlaagd.
Samen met de functie SLEEPING, kan men de uitschakeling met timer pro-
grammeren tot maximaal 24 uur door op de toets TIMER OFF te drukken, (zie
paragraaf "uitschakeling met timer").
In het voorbeeld hiernaast is de functie “SLEEPING” geactiveerd (in bedrijf-
smodus KOELING) met uitschakeling door timer.
N.B.: In de functie “SLEEPING” men kan uitsluitend de uitschakeling met
“TIMER OFF” programmeren.
Drukt men op de toets
FAN SPEED dan kan men de snelheid van de ventilator
kiezen uit: (laag), (matig), (hoog) of AUTO FAN, wanneer de
bedrijfsmodus koeling en verwarming werden geselecteerd.
Bij de functie AUTO kiest de electronische besturing zowel de bedrijfsmodus
(XX - XX) als de snelheid van de ventilator. Deze functie verhoogt automatisch
de snelheid van de ventilator als het noodzakelijk is om het koelings- of ver-
warmingeffect te verhogen.
FAN REGELING VAN DE VENTILATORSNELHEID
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbediening. Druk op de toets MODE om
de bedrijfsmodus ventilatie te selecteren: op de display verschijnt het symbool .
Met deze functie kan men de lucht in de kamer laten circuleren.
Drukt men op de toets FAN SPEED dan kan men de snelheid van de ventilator
kiezen uit: (laag), (matig), (hoog) of AUTO FAN.
Kiest men voor de snelheid
AUTO FAN, dan selecteert de electronische bestu-
ring automatisch de snelheid van de ventilator.
FUNCTIE VENTILATIE
FUNCTIE SLEEPING
VER
WARMING (alleen bij modellen met warmtepomp)
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbediening. Druk op de toets MODE om de
bedrijfsmodus verwarming te selecteren: op de display verschijnt het symbool .
In deze bedrijfsmodus verwarmt de airconditioner de lokalen in de bedrijfsmodus
“warmtepomp”. Met andere woorden, de binnenruimte wordt verwarmd met de ther-
mische energie van de koudere externe lucht.
Om de verwarmingscyclus op te starten moet men met de toetsen “
TEMP UP/DN”
een temperatuur instellen die hoger is dan de omgevingstemperatuur in de kamer.
Het apparaat regelt automatisch de bedrijfsmodus van de compressor om de loka
-
len op de gewenste temperatuur te handhaven.
Voorbeeld: als er in het lokaal een temperatuur van 18° C heerst, dan moet men,
om de compressor op te laten starten en met verwarmen te laten beginnen, een
temperatuur van 19° C of hoger instellen.