Nederlands | 752 609 141 098 • 19.7.13
Druk voor de keuze van het referentievlak zo vaak
op de toets 10 tot in het display het gewenste refe-
rentievlak wordt weergegeven. Na het inschakelen
van het meetgereedschap is altijd de achterkant
van het meetgereedschap als referentievlak vooraf
ingesteld.
Achteraf veranderen van het referentievlak van
reeds uitgevoerde metingen (bijvoorbeeld bij weer-
gave van meetwaarden in de meetwaardenlijst) is
niet mogelijk.
Menu „Basisinstellingen”
Als u naar het menu „Basisinstellingen” wilt gaan,
houdt u de toets basisinstellingen 4 ingedrukt.
Druk kort op de toets basisinstellingen 4 om de ver-
schillende menupunten te kiezen.
Druk op de mintoets 5 of de plustoets 11 om de in-
stelling binnen de menupunten te kiezen.
Als u het menu „Basisinstellingen” wilt verlaten,
drukt u op de toets meting 2.
Behalve de instelling „permanente laserstraal” blijven
na het uitschakelen alle basisinstellingen bewaard.
Permanente laserstraal
Richt de laserstraal niet op personen of dieren
en kijk zelf niet in de laserstraal, ook niet vanaf
een grote afstand.
De laserstraal blijft in deze instelling ook tussen de
metingen ingeschakeld. Voor de meting hoeft u de
toets Meten 2 slechts éénmaal kort in te drukken.
Meetfuncties
Eenvoudige lengtemeting
Druk voor lengtemetingen zo vaak op de toets 12
totdat in het display de indicatie voor lengtemeting
verschijnt.
Druk voor het inschakelen van de
laser en voor het meten telkens
eenmaal kort op de toets meten 2.
De meetwaarde wordt in de resul-
taatregel c weergegeven.
Bij meer lengtemetingen achter elkaar worden de
resultaten van de laatste metingen in de meetwaar-
deregels a weergegeven.
Oppervlaktemeting
Druk voor oppervlaktemetingen zo vaak op de
toets 12 tot in het display de indicatie voor opper-
vlaktemeting verschijnt.
Meet vervolgens lengte en breedte na elkaar, net
als bij een lengtemeting. Tussen de beide metin-
gen blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na afsluiting van de tweede meting
wordt de oppervlakte automatisch
berekend en in de resultaatregel c
weergegeven. De afzonderlijke
meetwaarden staan in de meet-
waarderegels a.
Inhoudsmeting
Druk voor inhoudsmetingen zo vaak op de toets 12
tot in het display de indicatie voor inhoudsmeting
verschijnt.
Meet vervolgens lengte, breedte en hoogte na el-
kaar, net als bij een lengtemeting. Tussen de drie
metingen blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na afsluiting van de derde meting
wordt de inhoud automatisch bere-
kend en in de resultaatregel c
weergegeven. De afzonderlijke
meetwaarden staan in de meet-
waarderegels a.
Waarden boven 999999 m
3
kunnen niet worden
weergegeven. In het display verschijnt „ERROR”.
Verdeel de te meten inhoud in verschillende metin-
gen, waarvan u de waarden apart berekent en ver-
volgens optelt.
Basisinstellingen
Geluidssignaal
Aan
Uit
Displayverlichting
Aan
Uit
Automatisch
aan/uit
Digitale libel
Aan
Uit
Displayrotatie
Aan
Uit
Permanente laserstraal
Aan
Uit
Afstandseenheid
(verschilt per land)
m, ft, inch, ...
Hoekeenheid
°, %, mm/m
OBJ_BUCH-1839-002.book Page 75 Friday, July 19, 2013 8:46 AM