EasyManua.ls Logo

Berner BLM 80 - Page 78

Berner BLM 80
Print Icon
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Nederlands | 772 609 141 098 19.7.13
Druk voor muuroppervlaktemetingen meermaals
op de toets functiewisseling 4 totdat in het display
de indicatie voor muuroppervlaktemeting ver-
schijnt.
Meet net als bij een lengtemeting de hoogte A van
de ruimte. De meetwaarde („cst”) wordt in de bo-
venste meetwaarderegel a weergegeven. De laser
blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte B
1
van
de eerste muur. De oppervlakte
wordt automatisch berekend en in
de resultaatregel c weergegeven.
De lengtemeetwaarde staat in de
middelste meetwaarderegel a. De
laser blijft ingeschakeld.
Meet vervolgens de lengte B
2
van
de tweede muur. De in de middel-
ste meetwaarderegel a weergege-
ven afzonderlijke meetwaarde
wordt bij de lengte B
1
opgeteld.
Het totaal van de beide lengten
(„sum”, weergegeven in de onder-
ste meetwaarderegel a) wordt met de opgeslagen
hoogte A vermenigvuldigd. De totale oppervlakte-
waarde wordt in de resultaatregel c weergegeven.
U kunt een willekeurig aantal lengten B
X
meten.
Deze worden opgeteld en met de hoogte A verme-
nigvuldigd.
Voorwaarde voor een correcte oppervlaktebereke-
ning is dat de eerste gemeten lengte (in het voor-
beeld de hoogte van de ruimte A) voor alle deelop-
pervlakten identiek is.
Hellingmeting (zie afbeelding G)
Druk op de toets hellingmeting 3. In het display ver-
schijnt de indicatie voor de hellingmeting . Als
referentievlak dient de achterzijde van het meetge-
reedschap. Door nogmaals indrukken van de toets
hellingmeting 3 worden de zijvlakken van het meet-
gereedschap als referentievlak gebruikt en wordt
het displayaanzicht 90° gedraaid weergegeven.
Druk op de toets meten 2 om de meetwaarde vast
te zetten en in het meetwaardegeheugen over te
nemen. Door nogmaals indrukken van de toets me-
ten 2 wordt de meting voortgezet.
Als de indicatie tijdens de meting knippert, wordt
het meetgereedschap te sterk zijwaarts gekanteld.
Als u in de basisinstellingen de functie „digitale li-
bel” heeft ingeschakeld, wordt de hellingwaarde
ook in de andere meetfuncties in regel d van het
display 1 weergegeven.
Timerfunctie
De timerfunctie helpt bijv. wanneer bewegingen
van het meetgereedschap tijdens de meting ver-
hinderd moeten worden.
Houd voor de timerfunctie de toets 6 ingedrukt tot-
dat in het display de indicatie verschijnt.
In de meetwaarderegel a wordt de tijdspanne vanaf
het activeren tot aan de meting weergegeven. De
tijdspanne kan door het indrukken van de plustoets
11 of de mintoets 5 tussen 1 en 60 seconden wor-
den ingesteld.
De meting vindt automatisch
plaats na het verstrijken van de in-
gestelde tijdspanne.
De timerfunctie kan ook bij af-
standmetingen binnen andere
meetfuncties (bijv. oppervlakteme-
ting) worden gebruikt. Optelling en
aftrekking van meetresultaten en duurmeting zijn
niet mogelijk.
Lijst van de laatste meetwaarden
Het meetgereedschap slaat de laatste 20 meet-
waarden en de bijbehorende berekeningen op en
toont deze in omgekeerde volgorde (laatste meet-
waarde eerst).
Druk voor het opvragen van de op-
geslagen metingen op de toets 7.
In het display verschijnt het resul-
taat van de laatste meting, naast
de indicator voor de meetwaarden-
lijst e en de geheugenplaats voor
de nummering van de weergege-
ven metingen.
Als bij het opnieuw indrukken van de toets 7 geen
andere metingen zijn opgeslagen, keert het meet-
gereedschap terug naar de laatste meetfunctie. Als
u de meetwaardenlijst wilt verlaten, drukt u een van
de toetsen voor meetfuncties in.
Als u de weergegeven lengtemeetwaarde als con-
stante wilt opslaan, houdt u de toets meetwaarden-
lijst 7 ingedrukt totdat in het display
„CST” wor
dt
weergegeven. Een meetwaardeve
rmelding kan
niet achteraf als constante worden opgeslagen.
Als u een lengtemeetwaarde wilt gebruiken in een
meetfunctie (bijv. oppervlaktemeting), drukt u op
de toets meetwaardenlijst 7, kiest u de gewenste
vermelding en drukt u ter bevestiging op de toets
resultaat 6.
Meetwaarden verwijderen
Door het kort indrukken van de toets 8 kunt u in alle
meetfuncties de laatst gemeten afzonderlijke meet-
waarde verwijderen. Door het meermaals kort in-
drukken van de toets worden de afzonderlijke
meetwaarden in omgekeerde volgorde verwijderd.
Als u de weergegeven meetwaardevermelding uit
de lijst wilt verwijderen, drukt u kort op de toets 8.
Als u de hele meetwaardenlijst en de constante
„CST” wilt verwijderen, houdt u de toets meetwaar-
denlijst 7 ingedrukt en drukt u tegelijkertijd kort op
de toets 8.
In de functie muuroppervlaktemeting wordt de laat-
ste meetwaarde verwijderd als u de toets 8 de eer-
ste keer kort indrukt, bij de tweede keer indrukken
alle lengten B
X
en bij de derde keer indrukken de
ruimtehoogte A.
OBJ_BUCH-1839-002.book Page 77 Friday, July 19, 2013 8:46 AM

Related product manuals