EasyManua.ls Logo

Bosch Professional GST 2000 - Page 71

Bosch Professional GST 2000
125 pages
Go to English
To Next Page IconTo Next Page
To Next Page IconTo Next Page
To Previous Page IconTo Previous Page
To Previous Page IconTo Previous Page
Loading...
Nederlands | 71
Bosch Power Tools 1 609 929 S92 | (6.7.09)
De optimale pendelbeweging voor de gewenste
toepassing kunt u proefondervindelijk bepalen.
Daarbij gelden de volgende adviezen:
Hoe fijner en schoner de zaagrand moet wor-
den, hoe kleiner de pedelbeweging moet
worden ingesteld, of deze moet eventueel
helemaal worden uitgeschakeld.
Schakel bij de bewerking van dunne materia-
len (bijv. metaalplaat) de pendelbeweging uit.
Werk in harde materialen (bijv. staal) met
een kleine pendelbeweging.
In zachte materialen en bij het zagen van
hout in de richting van de nerf kunt u met
maximale pendelbeweging werken.
Verstekhoek instellen (zie afbeelding C)
De voetplaat 8 kan voor verstekzaagsneden tot
45° naar rechts of naar links worden gedraaid.
Draai de schroef 16 los en duw de voetplaat 8
iets in de richting van het zaagblad 10.
Voor het instellen van nauwkeurige verstekhoe-
ken heeft de voetplaat rechts en links vastklik-
punten bij 0° en 45°. Draai de voetplaat 8 vol-
gens de schaalverdeling 15 in de gewenste
stand. Andere verstekhoeken kunt u met een
hoekmeter instellen.
Duw vervolgens de voetplaat 8 tot aan de aan-
slag in de richting van het netsnoer.
Draai de schroef 16 weer vast.
Het antisplinterplaatje 14 kan bij het verstekza-
gen niet worden gebruikt.
Voetplaat verstellen (zie afbeelding D)
Voor het zagen tot aan opstaande randen kunt u
de voetplaat 8 naar achteren verplaatsen.
Draai de schroef 16 met de inbussleutel 5 volle-
dig naar buiten.
Til de voetplaat 8 op en verplaats deze zo, dat de
schroef 16 in het achterste schroefdraadgat 18
kan worden gedraaid.
Duw de voetplaat 8 tot deze vastklikt in de rich-
ting van de positioneernok 17. Draai vervolgens
de schroef 16 vast.
Zagen met een verplaatste voetplaat 8 is alleen
mogelijk met een verstekhoek van 0°. Boven-
dien mogen de parallelgeleider met de cir-
kelsnijder 21 (toebehoren) en het antisplinter-
plaatje 14 niet worden gebruikt.
Spanenblaasvoorziening
Met de luchtstroom van de spanenblaasvoorzie-
ning 6 kan de zaaglijn vrij van spanen worden ge-
houden.
Ingebruikneming
f Let op de netspanning! De spanning van de
stroombron moet overeenkomen met de ge-
gevens op het typeplaatje van het elektri-
sche gereedschap. Met 230 V aangeduide
elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
In- en uitschakelen
Als u het elektrische gereedschap wilt inschake-
len drukt u op de aan/uit-schakelaar 3.
Als u de ingedrukte aan/uit-schakelaar 3 wilt
vastzetten, druk u op de vastzetknop 4.
Als u het elektrische gereedschap wilt uitscha-
kelen laat u de aan/uit-schakelaar 3 los. Als de
aan/uit-schakelaar 3 vergrendeld is, drukt u de
schakelaar eerst in en laat u deze vervolgens los.
Aantal zaagbewegingen regelen of vooraf
instellen (GST 85 PBE/GST 2000)
Door toe- of afnemende druk op de aan/uit-
schakelaar 3 kunt u het aantal zaagbewegingen
van het ingeschakelde elektrische gereedschap
traploos regelen.
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar 3 heeft een
klein aantal zaagbewegingen tot gevolg. Met
toenemende druk wordt het aantal zaagbewe-
gingen groter.
Spanenblaasstand I:
klein blaaseffect voor werkzaamheden in
metaal en gebruik van koel- en smeer-
vloeistof.
Spanenblaasstand II:
matig blaaseffect voor werkzaamheden
in materiaal met geringe spaanafname,
zoals hardhout.
Spanenblaasstand III:
groot blaaseffect voor werkzaamheden in
materiaal met grote spaanafname zoals
zachthout en kunststof.
OBJ_BUCH-432-004.book Page 71 Monday, July 6, 2009 8:15 AM

Related product manuals