DISPLAY
Functie-indicatoren op het displaypaneel van de binnenunit
OPMERKING
Alle afbeeldingen in deze handleiding zijn slechts bedoeld ter verduidelijking. Ze kunnen enigszins afwijken van de airconditioner
die u hebt aangeschaft (afhankelijk van model). U dient u te richten op het feitelijke model.
Dit documentatiepakket bevat een handleiding voor het gebruik van de afstandsbediening (of bediening met snoer).
1. LEZEN VÓÓR GEBRUIK
NL-4
Bedrijfslampje
Brandt tijdens bedrijf
Toets handmatige bediening
Deze schakelaar is alleen bedoeld voor
after-salesservice, de gebruiker hoeft hier
niet op te drukken.
Timerlampje
Brandt tijdens TIMER-bedrijf
DEF./FAN-lampje
Brandt tijdens DEFROST-bedrijf
Ontvanger infraroodsignaal
Ontvangt het signaal vanaf
de afstandsbediening
Temperatuurindicator
Geeft de kamertemperatuur aan
Alarmlampje
Knippert wanneer er sprake
is van een storing van de unit
2. BEDIENING
2.1 GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Gebruiksomstandigheden Binnen Buiten
Koelen
Bovengrens 32°C DB 46°C DB
Ondergrens 18°C DB -10°C DB
Verwarmen
Bovengrens 27°C DB 24°C DB
Ondergrens 0°C DB -15°C DB
Opmerking: DB - Dry Bulb
Binnen deze temperatuurgrenzen worden optimale prestaties geleverd.
Wanneer de unit langere tijd boven of onder deze grenzen werkt, kan de systeemdiagnose een storing detecteren en werkt de unit
niet meer correct.
Relatieve vochtigheid in de ruimte - minder dan 80%. Als de airconditioner buiten dit bereik werkt, kan het oppervlak
van de airconditioner condensatie aantrekken.