54
❐ Controleer voor elk gebruik de vloerdoek op slijtage. Hij mag niet worden gebruikt als
hij zichtbaar versleten of beschadigd is. Uw vloerbekleding kan worden beschadigd.
❐ Gebruik het apparaat alleen als het bedrijfsklaar en volledig gemonteerd is en de vloer-
doek voor een vloerreiniging is aangebracht.
❐ Richt de stoom nooit langer dan 10 seconden op een plaats. Dit kan leiden tot bescha-
digingen aan het oppervlak.
Vloer reinigen
Het is aanbevolen de vloer voor gebruik van het apparaat met een borstel grof te
vegen of te stofzuigen.
1. Breng de grijpstang met greep en ook de reinigingsvoet aan op de hoofdeenheid. Be-
vestig aan de reinigingsvoet de vloerdoek en, als u een tapijt wilt reinigen, de tapijtglij-
der (zie hoofdstuk “Apparaat monteren”).
2. Vul de watertank (zie hoofdstuk “Watertank vullen”).
3. Om het elektrisch snoer af te wikkelen, draait u de bovenste haak voor de snoerwikke-
ling naar beneden. Hang het elektrisch snoer in de snoerhouder (3), zodat u de stoom-
borstel tijdens de vloerreiniging beter kunt hanteren en niet over het snoer struikelt.
4. Draai de knop voor de instelling van de stoomhoeveelheid (8) op
minimum door hem tot aan de aanslag tegen de wijzers van de klok
te draaien.
5. Zet het apparaat recht. Het scharnier van de reinigingsvoet klikt
vast in verticale positie.
6. Steek de stekker in een reglementair geïnstalleerd, goed bereikbaar stopcontact. De
controlelampjes (12) achter de watertank lichten rood op, zodra de bedrijfsspanning
aan ligt. Wacht tot het apparaat de bedrijfstemperatuur heeft bereikt en de controle-
lampjes blauw oplichten.
7. U kunt beginnen met de vloerreiniging. Druk op de
aan / uit schakelaar (4) aan de
voorkant van de hoofdeenheid. (De schakelaar aan de achterkant (13) is gedeactiveerd
als de grijpstang is geplaatst.) Vervolgens begint er stoom uit de reinigingsvoet te ko-
men. Als u draait aan de knop voor de instelling van de stoomhoeveelheid kunt u de
hoeveelheid stoom verhogen.
OPMERKING: Als u aan de knop hebt gedraaid, duurt het nog enkele seconden tot de
respectieve hoeveelheid stoom is ingesteld.
8. Houd het apparaat aan de handgreep en beweeg het lichtjes naar de vloer om de
standvergrendeling los te maken.
9. Schuif de reinigingsvoet langzaam naar voren en achteren over de vloer. De vloer
wordt hierbij gereinigd.
10. Als de controlelampjes rood oplichten, is er te weinig water in de tank. Alvorens de tank
te vullen, drukt u op de
aan / uit schakelaar. Alvorens de vloerdoek uit te wassen of
als u met de reiniging van de vloer klaar bent, drukt u op de
aan / uit schakelaar en
trekt de stekker uit het stopcontact. Trek nooit aan het snoer, maar steeds aan de
stekker.
11. Alvorens de vloerdoek te verwijderen, wacht u enkele minuten, tot het apparaat is af-
gekoeld. Let op! Bij het neerzetten van het apparaat kan er een vochtige plek
ontstaan onder de reinigingsvoet.
12. Volg de instructies in het afdeling “Na het gebruik”.