84
NEDERLANDS
De hulphandgreep bevestigen (Afb. A, L)
1. Plaats de hulphandgreep
6
boven op de trimmerstang
8
boven het label dat in het midden van de stang isgeplakt.
2. Schuif de beugel
34
van de hulphandgreep onder in
dehandgreep.
3. Draai de bouten
35
door de beugel en in dehandgreep.
4. Zet de bouten van de handgreep vast met de steeksleutel
17
. Controleer dat de handgreep stevig vastzit.
Als u de montage moet aanpassen, draai dan de bouten van de
handgreep los en schuif de hulphandgreep omhoog of omlaag
langs de trimmerstang. Zet vervolgens de bouten weervast.
De beschermkap weer plaatsen (Afb. I, M)
1. Verwijder de spoelbehuizing
12
, zoals wordt beschreven in
het gedeelte De spoelbehuizingverwijderen.
2. Verwijder de 4 schroeven
25
van de beschermkap, zoals
wordt getoond in afbeeldingI.
3. Til de beschermkap onder een hoek omhoog, zoals wordt
getoond in afbeeldingM.
4. Plaats de nieuwe beschermkap zoals wordt beschreven in
het gedeelte Beschermkapbevestigen.
Draagriem bevestigen (Afb. A)
Haak de riem
10
op het bevestigingspunt
9
van de riem
en plaats de riem op uw schouder voor extra ondersteuning
wanneer u de trimmer of het snoeimesgebruikt.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
Juiste positie van de handen (Afb. A, O)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig persoonlijk
letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig vast, zodat u
bent voorbereid op een plotselingeterugslag.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
handgreep
4
en de andere hand op de hulphandgreep
6
.
Inschakelen (Afb. A)
U schakelt het apparaat in door de nok
3
voor vergrendeling
in de uit-stand naar voren te duwen, de hendel
2
voor
vergrendeling in de uit-stand in te knijpen, en vervolgens de
schakelaar voor variabele snelheid
1
in te knijpen.
U schakelt het apparaat uit door de schakelaar voor variabele
snelheid, de hendel voor vergrendeling in de uit-stand en de
nok los telaten.
Schakelaar snelheidsregeling (Afb.A)
Deze trimmer biedt u de keuze om aan een meer gematigde
snelheid te werken om de werkingsduur te verlengen voor
grotere opdrachten of om de trimmersnelheid te verhogen voor
krachtigetrimwerkzaamheden.
Om de werkingsduur te verlengen, duwt u de schakelaar
voor de snelheidsregeling
5
naar voren in de richting van de
hulphandgreep
6
in de 'LO'-stand. Deze stand is het meest
geschikt voor grotere opdrachten die meer tijd in beslagnemen.
Om de trimmer te versnellen, duwt u de schakelaar voor
de snelheidsregeling naar achteren in de richting van de
accubehuizing
13
in de 'HI'-stand. Deze stand is het meest
geschikt om hogere gewassen te trimmen en voor toepassingen
die een groter toerentalvereisen.
OPMERKING: In de 'HI'-stand zal de werkingsduur korter zijn
dan wanneer de trimmer in de 'LO'-standstaat.
Trimmen / Bosmaaien (Afb. A, N, O)
Beweeg de trimmer nadat u deze hebt ingeschakeld, onder een
hoek met een zwaaiende beweging heen en weer, zoals wordt
getoond in afbeeldingN.
Houd een afstand van ten minste 610 mm aan tussen
de beschermkap en uw voeten, zoals wordt getoond in
afbeeldingO.
WAARSCHUWING: Houd de roterende draad ongeveer
parallel met de grond (onder een hoek van niet meer
dan 30 graden). Deze trimmer is niet een kantentrimmer.
KANTEL de trimmer NIET zo ver dat de draad of van het
maaimes
16
van de bosmaaier bijna tot in een rechte
hoek ten opzichte van de grond ronddraait. Vuil dat wordt
rondgeslingerd kan ernstige verwondingenveroorzaken.
Aanvoer trimmerdraad
WAARSCHUWING: Voorkom persoonlijk letsel, voer nooit
draad aan wanneer de bosmaaier op de motorbehuizing
isbevestigd.
Uw trimmer maakt gebruik van een nylondraad met een
diameter van 2,032 mm. Het snijkoord zal sneller verslijten en
vaker moeten worden verlengd wanneer u snijwerkzaamheden
verricht langs stoepen of andere schurende oppervlakken of
wanneer u hardnekkiger onkruidsnijdt.
Naarmate u de trimmer gebruikt, verkort het koord ten gevolge
van slijtage. Tik de trimmer zachtjes tegen de grond tijdens
de bediening ervan aan een normale snelheid om het koord
teverlengen.
OPMERKING: Wanneer u de nylondraad langer maakt dan
de zwade van 330 mm, heeft dit een negatieve impact op
de prestaties, werkingsduur en levensduur van de trimmer
wegens potentiële motorschade. In dit geval dreigt de garantie
tevervallen.