49
NEDERLANDS
Juiste handpositie (Afb. D)
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig
persoonlijk letsel, plaats ALTIJD uw handen in de juiste positie,
zoalsafgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig persoonlijk
letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig vast, zodat u bent
voorbereid op een plotselingeterugslag.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
16
en één hand op deaccu.
Controleer op schade aan het gereedschap, onderdelen of
accessoires die mogelijk zijn opgetreden tijdens het transport.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de veiligheidsinstructies
en van toepassing zijndevoorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, zet u het gereedschap uit en
ontkoppelt u de accu, voordat u enige aanpassing maakt
of hulpstukken of accessoires verwijdert/installeert. Het
onbedoeld opstarten kan letselveroorzaken.
Sleutelloze enkelvoudige huls boorhouder (Afb. C)
WAARSCHUWING: Probeer niet om boren (of andere
accessoires) vast te draaien door de voorkant van de boorhouder
vast te pakken en het gereedschap te draaien. Dit kan schade
aan de boorhouder en persoonlijk letsel veroorzaken. Zet de
trekkerschakelaar altijd uit en sluit het gereedschap van de
stroombron af voordat u accessoiresverwisselt. Vergrendel altijd
de aan/uit-schakelaar en neem de accu uit het gereedschap
wanneer u accessoireswisselt.
WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat het boorstuk stevig
vast zit voordat u het gereedschap opstart. Een los boorstuk kan
uit het gereedschap schieten en op die manier mogelijk persoonlijk
letselveroorzaken.
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze boorhouder
6
met een roterende huls
7
voor bediening met één hand van
de boorhouder. Om een boorstuik of een ander accessoire te
plaatsen, volgt u de onderstaande stappenop.
1. Zet het gereedschap uit en sluit het af van destroombron.
2. Pak de zwarte huls van de boorhouder met één hand vast
en gebruik uw andere hand om het gereedschap. Draai de huls
tegen de klok in (gezien vanaf de voorzijde), net zover totdat het
gewenste accessoire erinpast.
3. Zet het accessoire ongeveer 19mm in de boorkop. Zet stevig
vast door de boorkop met één hand naar rechts te draaien
terwijl u het gereedschap met de andere hand vasthoudt. Blijf
de kraag van de boorkop draaien totdat u een aantal ratelende
klikken hoort, zodat gegarandeerd is dat het accessoire
maximaalvastzit.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u de boorhouder met één
hand op de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximalestevigheid.
U kunt het accessoire losmaken door stap 1en 2die hierboven
worden vermeld, teherhalen.
Gebruik als boormachine (Afb. A, D)
WAARSCHUWING: BEPERK HET RISICO VAN
PERSOONLIJK LETSEL, ZET ALTIJD het werkstuk stevig vast.
Voorkom beschadiging van het materiaal, gebruik een "steunblok"
als u boort in dunmateriaal.
1. Draai de kraag
3
naar het symbool van dehamer.
2. Selecteer het gewenste bereik voor de snelheid/het
aanhaalmoment met de snelheidsinstelling
4
zodat het
overeenkomt met de snelheid en het aanhaalmoment voor de
geplandewerkzaamheden.
3. Gebruik voor hout gedraaide boortjes, speedboren,
spiraalboren of gatenzagen. Gebruik voor metaal High
Speed-boortjes of -gatenzagen. Gebruik een snijvloeistof
wanneer u in metaal boort. De uitzonderingen zijn gietijzer en
messing, deze moeten droog wordengeboord.
4. Oefen met het bitje altijd druk uit in een rechte lijn. Oefen zo
veel druk uit dat het boortje zich in het materiaal blijft vreten,
maar duw niet zo hard dat de motor vastloopt of het boortje
wordtgebogen.
5. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast zodat u
de draaibeweging van de boortje kunt beheersen. Is het model
van het gereedschap niet voorzien van een zijhandgreep, pak
het gereedschap dan vast met één hand op de handgreep en
de andere hand op deaccu.
VOORZICHTIG: Boormachine kan vastlopen als u deze
overbelast en er kan dan een plotselinge draaibeweging ontstaan.
Wees altijd voorbereid op het vastlopen. Grijp de boormachine
stevig met beide handen vast zodat u de draaibeweging kunt
beheersen en letsel kuntvermijden.
6. ALS DE BOORMACHINE VASTLOOPT, is dat meestal omdat
het gereedschap wordt overbelast of niet goed wordt gebruikt.
LAAT DE AAN/UIT-SCHAKELAAR ONMIDDELLIJK LOS, haal
het bitje uit het werkstuk en bepaal wat de oorzaak van het
vastlopen is. KLIK DE SCHAKELAAR NIET AAN EN UIT IN EEN
POGING EEN VASTGELOPEN BOORMACHINE WEER OP
GANG TE HELPEN — HIERDOOR ZOU U DE BOORMACHINE
KUNNENBESCHADIGEN.
7. U kunt het doorbreken van het materiaal en het vastlopen
tot een minimum beperken door de druk op de boormachine te
verminderen en het boortje geleidelijk door het laatste gedeelte
van het boorgat teleiden.
8. Laat de motor draaien terwijl u het bitje terugtrekt uit het
geboorde gat. Zo kunt u het vastlopenvoorkomen.
9. Voor boormachines met een variabele snelheid hebt u geen
centerpons nodig om een beginpunt van het boorgat te maken.
Begin met een langzame snelheid te boren en versnel door de
schakelaar harder in te drukken wanneer het gat zo diep is dat
het boortje er niet meer uit kanspringen.
Gebruik als hamerboormachine (Afb. A, D)
1. Draai de kraag
3
naar het symbool van dehamerboor.
2. Selecteer de hoge snelheid instelling door de
snelheidsinstelling
4
terug te schuiven (weg van deboorkop).
BELANGRIJK: Gebruik alleen hardmetalen boren ofsteenboren.
3. Oefen bij het boren precies zo veel kracht uit op de
hamerboor dat de machine niet al te veel stuitert of het boortje
wegloopt. Te veel kracht leidt tot lagere boorsnelheden,
oververhitting en een lager rendement van deboor.
4. Boor rechtuit, houd het boortje in een rechte hoek op
het werkstuk. Oefen geen zijwaartse druk op het boortje uit
WAARSCHUWING: Verminder het risico van letsel, houd
altijd een reserve-accu of een andere vorm van verlichting in
gereedheid, voor het geval dat de situatie daaromvraagt.