85
NEDERLANDS
Bescherming van het milieu
w
Gescheiden afvalinzameling. Producten en accu's
die zijn voorzien van dit symbool mogen niet bij het
normale huishoudafval wordenweggegooid.
Producten en accu's bevatten materialen die kunnen
worden herwonnen en gerecycled waardoor de vraag naar
grondstoffen afneemt. Recycle elektrische producten en accu's
volgens de ter plaatse geldende voorschriften. Nadere informatie
is beschikbaar op
www.2helpU.com.
Oplaadbare accu
Deze accu met lange levensduur moet worden opgeladen wanneer
de accu niet voldoende vermogen levert voor werkzaamheden die
eerder zonder veel moeite werden gedaan. Ruim de accu aan het
einde van zijn technische levensduur op en houd daarbij rekening
met het milieu:
• Maak de accu geheel leeg en haal de accu vervolgens uit
hetgereedschap.
• Li-Ion-cellen kunnen worden gerecycled. Breng ze terug bij
uw leverancier of naar het milieupark bij u in de buurt. De
ingezamelde accu's zullen worden gerecycled of op juiste
wijze tot afval wordenverwerkt.
Als optie verkrijgbare accessoires
WAARSCHUWING: Omdat accessoires die niet worden
aangeboden door DeWALT niet met dit product zijn
getest, kan het gebruik van dergelijke accessoires met dit
gereedschap gevaarlijk zijn. Beperk het risico van letsel,
gebruik uitsluitend door DeWALT Door aanbevolen
accessoires moeten worden gebruikt met ditproduct.
Vraag uw dealer nadere informatie over de juisteaccessoires.
Reiniging
WAARSCHUWING: Elektrische schok en mechanisch
gevaar. Koppel het elektrisch apparaat los van de voeding
vóór hetreinigen.
WAARSCHUWING: Houd het elektrisch apparaat en de
ventilatiesleuven altijd schoon, om een veilige en efficiënte
werking teverzekeren.
WAARSCHUWING: Gebruik nooit oplosmiddelen of
andere bijtende chemicaliën voor het reinigen van
niet-metalen onderdelen van het gereedschap. Deze
chemicaliën kunnen de materialen die in deze onderdelen
gebruikt zijn, aantasten. Gebruik een doek, alleen nat
gemaakt met water en zachte zeep. Laat nooit vloeistof in
het gereedschap komen; dompel nooit een onderdeel van
het gereedschap onder in eenvloeistof.
De ventilatiesleuven kunnen gereinigd worden met een droge,
zachte niet metalen borstel en/of een geschikte stofzuiger.
Gebruik geen water of schoonmaakmiddelen. Draag een
goedgekeurde veiligheidsbril en een goedgekeurdstofmasker.
Smering
Uw elektrische gereedschap heeft geen aanvullende
smeringnodig.
ONDERHOUD
Uw gereedschap op stroom is ontworpen om gedurende een lange
tijdsperiode te functioneren met een minimum aan onderhoud. Het
continu naar bevrediging functioneren hangt af van de juiste zorg
voor het gereedschap en regelmatigschoonmaken.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letselveroorzaken.
Aan de lader en de accu kan geen onderhoud wordenverricht.
wanneer u boort, omdat hierdoor de groef van het boortje
volloopt en de boor minder snelloopt.
5. Wanneer bij boren van diepe gaten de boorsnelheid
terugloopt, trek dan het boortje gedeeltelijk uit het gat,
terwijl het gereedschap loopt, zodat het materiaal uit het
boorgatkomt.
OPMERKING: Een gelijkmatige, constante stroom van de
stof afkomstig uit het boorgat wijst erop dat u de juiste
boorsnelheidgebruikt.
Gebruik als schroevendraaier (Afb.A,D)
1. Draai de kraag voor het aanhaalmoment
3
in de
gewenstestand.
2. Selecteer het gewenste bereik voor de snelheid/het
aanhaalmoment met de snelheidsinstelling
4
zodat het
overeenkomt met de snelheid en het aanhaalmoment voor
de geplandewerkzaamheden.
OPMERKING: Gebruik de laagste instelling van het
aanhaalmoment die nodig is om de schroef tot de gewenste
diepte in te draaien. Hoe lager het nummer, hoe lager
hetaanhaalmoment.
3. Zet het gewenste accessoire voor het aanschroeven in de
boorkop, zoals u dat zou doen met eenboortje.
4. Probeer in een stuk afvalhout of op een onzichtbare plek of
u de kraag van de boorhouder in de juiste stand hebtgezet.
5. Begin altijd met een lagere instelling voor de torsie, en ga
vervolgens door naar hoger instellingen voor de torsie, om
te voorkomen dat het werkstuk of bevestigingsmateriaal
wordtbeschadigd.