Het is niet koud 
genoeg in het 
apparaat. 
  De temperatuur is te hoog ingesteld. 
  Stel de temperatuur opnieuw in. 
  Er zijn te warme producten 
opgeslagen. 
  Koel de producten altijd 
af voordat u ze opbergt. 
  Er is te veel voedsel in één keer 
bewaard. 
  Bewaar altijd kleine 
hoeveelheden voedsel. 
  De producten zijn te dicht bij elkaar 
geplaatst. 
  Laat een gat tussen 
verschillende voedingsmiddelen 
waardoor lucht kan stromen. 
  Een deur/lade van het apparaat zit 
niet goed dicht. 
  De deur/lade is te vaak of te lang 
geopend. 
  Open de deur/lade niet te vaak. 
Het is te koud in het 
apparaat. 
  De temperatuur is te laag ingesteld. 
  Stel de temperatuur opnieuw in. 
  De Super-Frz/Super-Cool-functie 
wordt geactiveerd of loopt te lang. 
  Schakel de Super-Frz/ 
Super-Cool-functie uit. 
Vochtvorming aan 
de binnenkant van 
het koelkastgedeelte. 
  Het klimaat is te warm en te vochtig. 
  Verhoog de temperatuur. 
  Een deur/lade van het apparaat zit 
niet goed dicht. 
  De deur/lade is te vaak of te lang 
geopend. 
  Open de deur/lade niet te vaak. 
  Voedselbakjes of vloeistoffen zijn 
open gelaten. 
  Laat warm voedsel afkoelen 
tot kamertemperatuur en dek 
voedsel en vloeistoffen af. 
Vocht hoopt zich 
op het oppervlak aan 
de buitenkant van 
de koelkast en tussen 
de deuren/deur 
en lade op. 
  Het klimaat is te warm en te vochtig. 
  Dit is normaal in een vochtig 
klimaat en zal veranderen 
wanneer de luchtvochtigheid 
daalt. 
  De deur is niet goed gesloten. 
De koude lucht in het apparaat 
en de warme lucht buiten condenseert. 
  Zorg dat de deur/lade goed 
dicht zit. 
Veel ijs en rijp in het 
vriezergedeelte. 
  De etenswaren zijn niet goed verpakt. 
  Verpak de etenswaren altijd goed. 
  Een deur/lade van het apparaat zit 
niet goed dicht. 
  De deur/lade is te vaak of te lang 
geopend. 
  Open de deur/lade niet te vaak. 
  De deur-/ladepakkingen zijn vuil, 
versleten, gebarsten of niet goed 
op elkaar afgestemd. 
  Reinig de deur-/ladepakkingen 
of vervang ze door nieuwe. 
  Iets aan de binnenkant voorkomt dat 
de deur/lade goed kan sluiten. 
  Verplaats de planken, 
deurrekken of interne container 
zodat de deur/lade kan worden 
gesloten. 
De zijkanten 
van de kast 
en de deurstrip 
worden warm.