5- Gebruik
NL
18
1  Boter, kaas, eieren, kruiden, etc.
2  Eieren, blikjes, kruiden, etc.
3  'UDQNHQHWHQVZDUHQLQǍHVVHQ
4  Gepekelde  etenswaren,  etenswaren  in 
blik, etc.
5  Vleesproducten, snacks, etc.
6/7 Pasta, melk, tofu, zuivel, etc.
8  Vochtige Zone lade:  
Fruit, groeten, salade (Fruit & groenten) 
drank in blik (Q-Cool) 
5DXZHYHUVHHWHQVZDUHQr&YHUV
5.13 Tips om verse etenswaren te bewaren
5.13.1 Opslaan in het koelvak
 ŕ+RXGGHWHPSHUDWXXUYDQXZNRHONDVWODJHUGDQr&
 ŕWarme etenswaren moeten worden afgekoeld tot kamertemperatuur voor u ze be-
waart in het apparaat.
 ŕEtenswaren die in de koelkast worden bewaard moeten gewassen en gedroogd wor-
den voor u ze opbergt 
 ŕDe etenswaren die u wilt bewaren moeten correct worden afgedicht om geurtjes en 
wijzigingen in de smaak te vermijden. 
 ŕBewaar geen al te grote hoeveelheden etenswaren. U moet ruimte tussen de etens-
waren laten zodat de koude lucht kan circuleren voor een beteren en meer homo-
gene koeling.
 ŕDe etenswaren die u dagelijks eet, moeten vooraan op de lade worden bewaard.
 ŕLaat een opening tussen etenswaren en de interne wanden om lucht te laten cir-
culeren. Plaats zeker geen etenswaren tegen de achterwand: etenswaren kunnen
bevriezen tegen de achterwand. Vermijd direct contact van de etenswaren (in het
bijzonder olierijke of zure etenswaren) met de interne voering want olie/zuur kan de 
interne voering eroderen. Verwijder olie/zuurresten als u ze opmerkt. 
 ŕIngevroren etenswaren kunnen zacht worden ontdooid in het koelvak. Dit bespaart
energie.
 ŕHet verouderingsproces van fruit en groenten zoals courgettes, meloenen, papa-
ja, bananen, ananas, etc. kan worden versneld in de koelkast. Om die reden is het
niet aanbevolen ze in de koelkast te bewaren. Hoewel, het rijpen van groen fruit kan
gedurende een bepaalde periode worden bevorderd. Uien, look, gember en andere
wortelgroenten moeten ook bij kamertemperatuur worden bewaard.
 ŕOnaangename geurtjes in de koelkast zijn een teken dat er iets gemorst is en dat ze 
moet gereinigd worden. Zie ZORG EN REINIGING. 
 ŕAndere etenswaren moeten in andere plaatsen worden bewaard, naargelang hun ei-
genschappen (Afb.: 5.13.1).