a) De uitstekende polen van de oplader komen niet in contact met de pinnen van het
oplaadstation.
b) De uitstekende polen of pinnen zijn vuil. Reinig de polen en/of pinnen. (Zorg ervoor dat u
het apparaat en het oplaadstation hebt uitgeschakeld en hebt losgekoppeld van het lichtnet
alvorens de polen en/of pinnen te reinigen.)
c) Als het apparaat lange tijd niet is opgeladen, is de batterij vanzelf ontladen. Als de batterij
enigszins versleten is en de batterij snel leeg is, kunt u de batterij vaker opladen of kunt u de
batterij vervangen.
d) De sensor van het apparaat is beschadigd.
5. De batterij wordt niet opgeladen, of de grasmaaier laadt niet goed op
omdat deze telkens tegen het oplaadstation botst.
a) De grensdraad is te lang. De grasmaaier heeft een te laag batterijniveau om terug te keren
naar het oplaadstation. Schakel de grasmaaier uit en draag deze naar het oplaadstation.
b) Als de grasmaaier is gestopt door een obstakel, stopt de grasmaaier met werken.
6. De grasmaaier keert niet terug naar het oplaadstation om op te laden.
Voor elk werkgebied moet een werktijd worden ingesteld.
7. De deelgebiedfunctie werkt niet.
Het eiland moet cirkelvormig zijn, niet vierkant.
8. Het eiland werkt niet.
De grasmaaier maakt 3 cirkels of rijdt ongeveer 120 seconden in cirkels, afhankelijk van de
grootte van de cirkel. Daarna rijdt de grasmaaier naar het werkgebied.
9. De grasmaaier maakt een cirkel in het eiland en rijdt nooit naar het
werkgebied.
A) Selecteert de maairoute op intelligente wijze;
B) Voorkomt botsingen op intelligente wijze;
C) Zoekt op intelligente wijze beschutting tegen regen;
D) Keert op intelligente wijze terug naar het oplaadstation om op te laden;
E) Intelligente beveiligingen.
Functies:
c) Het signaal van de grensdraad is zwak. De grensdraad mag niet langer zijn dan 200 m.
d) Controleer of er geen apparaat met een hoog vermogen (zoals transformator, generator,
gsm-mast, etc.) in de buurt is. Deze apparaten kunnen de sensor van de machine hinderen.
To Next Page
Loading...
Need help?
General