PROBLEEM
Ik druk op de startknop maar de
machine gaat niet aan.
De machine werkt maar maakt geen
steken.
De machine is vastgelopen en naait niet
meer.
Ik kan de stof niet verwijderen.
De bovenste steken vormen geen rechte
lijn.
OPLOSSING
- De batterijen zijn niet correct geplaatst.
Raadpleeg de tekening van het
compartiment en plaats de batterijen
opnieuw.
- De batterijen zijn leeg. Vervang de
batterijen.
- Controleer of de hoofdschakelaar is
ingeschakeld.
- De transformator is niet compatibel met
de machine of is niet aangesloten. Zorg
ervoor dat u een correcte transformator
aansluit.
- De draad is niet goed in de machine
gestoken. Steek de draad opnieuw in de
machine.
- De draad is niet goed door de naald
gestoken. Controleer of de draad van
voren naar achteren is geplaatst.
- De naald is niet correct geplaatst.
Controleer of de naald recht is geplaatst,
op het bovenste gedeelte van de houder
en met de vlakke kant naar achteren.
- De batterijen zijn niet correct geplaatst.
Raadpleeg de tekening van het
compartiment en plaats de batterijen
opnieuw.
- De naald is gebogen/vervormd.
Vervang de naald.
OPGELET: om het stof te verwijderen na
het naaien moet u eerst de hendel van
links naar rechts draaien, de naald zo
hoog mogelijk optillen en de drukvoet
optillen. Dit voorkomt het buigen van de
naald.
- De stof of stoffen is/zijn te dik. Gebruik
een dunner materiaal.
- De draad is vastgelopen in de onderste
spoel. Zet de machine stil, verwijder de
spoel en snijd de vastgelopen draden
door om de zone van de lade schoon te
maken. Wind de draad weer rond de
spoel en begin opnieuw.
- De drukvoet staat niet omhoog. Til de
drukvoet op.
- De draad is te gespannen. Maak de
draad een beetje losser en draai het
spanwiel van links naar rechts.
- Het spanwiel is te hard of te zacht
aangespannen. Stel het spanwiel bij
zoals in de handleiding wordt
aangegeven.
(NL) Met je eigen naaimachine ontdek je hoe makkelijk het is zelf kleding voor je
poppen te ontwerpen en te naaien. Handmatig of met pedaal. Draaghandvat.
Waarschuwing!
- Het product bevat echte naalden. Gebruik het altijd onder toezicht van een
volwassene.
- Buiten het bereik van kleine kinderen houden.
- Lees deze gebruiksaanwijzing goed door voordat u de machine in gebruik neemt.
1. Onderdelen van de machine
1. Pedaal
2. Modelselectieknop
3. Regelaar van stiksteken vooruit en achteruit (afbeelding 1.a):
- links = achteruit
- rechts = vooruit
4. Modelselectieknop
5. Handwiel
6. Snelheidsregeling: traag/snel
7. Inschakelen/uitschakelen van het licht
8. Inschakelen/uitschakelen van de machine
9. Spoel
10. Transporthandvat
11. Stophendel
12. Spanwiel
13. Naaldas
14. Drukvoet
15. Vak voor spoelen
16. Laatje voor garen
17. Naaldplatform
18. Licht
19. Knop spoelverzamelaar
20. Ingang adapter
21. Kloshouder (afbeelding 1.b):
1. Schuif de klos in de houderbuis.
2. Schuif de kloshouder in het achterste stuk van de machine, zoals op de afbeelding
wordt getoond, tot hij goed vastzit. Steek een klos in de buis en plaats het deksel
zoals getoond.
22. Verhoger van de drukvoet
23. Vasthaken van het garen
24. Naald
25. Deksel van de klos
2. Plaatsen van de batterijen
OPGELET: GEEN OPLAADBARE BATTERIJEN GEBRUIKEN (bijv.:
nikkel-cadmium).
Het wordt aanbevolen om alkalinebatterijen te gebruiken.
Controleer of de machine is uitgeschakeld.
Keer de machine om en haal het deksel van de batterijen met een schroevendraaier
los. Draai zoals aangegeven met de pijl in afbeelding C.
Plaats 2 batterijen van 1,5 V (type R20, HP2 of D).
Meng geen batterijen van verschillende types (alkali en zink-koolstof) of lege en
nieuwe batterijen. Verwijder lege batterijen altijd voorzichtig (nooit verbranden of
doorboren).
Haal de batterijen altijd eruit indien de naaimachine langere tijd niet gebruikt zal
worden.
DEZE MACHINE BEVAT REEDS GAREN EN IS GEREED VOOR HET EERSTE
GEBRUIK. Verwijder de plastic stroken van de verpakking voor gebruik.
3. Gebruik van de adapter
Er kan een AC-adapter gebruikt worden als alternatieve stroombron. Die moet een
uitgangsvermogen van 3 V DC hebben met minimaal 800 mA (zie afbeelding E).
Gebruik een goedgekeurde adapter. De polariteit van de AC-adapter moet positief (+)
zijn. Wij kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die veroorzaakt wordt
door het verkeerd gebruik van een AC-adapter. Het is niet nodig om de batterijen
eruit te halen wanneer een AC-adapter wordt gebruikt. De adapter is niet inbegrepen.
Een veiligheidstransformator die met het product gebruikt wordt moet geregeld
gecontroleerd worden op mogelijke gevaren zoals schade aan de kabel, het snoer,
de stekker of aan andere onderdelen. Het product mag pas weer gebruikt worden
wanneer de schade is hersteld.
4. Opwinden van de klos
Duw de knop van de spoelverzamelaar (19) omlaag om de spoelverzamelaar naar
boven te brengen. Haal de lege klos uit het vak. Plaats de klos in de
spoelverzamelaar. De opening van de klos moet samenvallen met de richtnaald van
de spoelverzamelaar. Mogelijk moet de zwengel gedraaid worden om de richtnaald
te lokaliseren. Schuif de garenklos over de naald van de klos. Trek aan het garen
vanaf de klos en haal het door de ronde geleiding (afbeelding F). Zet de knop van de
snelheid op “traag”. Druk op de knop ON/OFF en op het pedaal om de klos op te
winden. Gebruik hierbij een potlood. Vul de klos niet te veel. Neem na afloop de voet
van het pedaal om de machine stop te zetten en de draad af te snijden. Haal de klos
weg en breng de spoelverzamelaar omlaag met behulp van de bediening van de
kloshouder. Breng nooit verschillende stukjes garen samen wanneer een klos wordt
opgewonden.
5. Plaatsen van het garen
Gebruik garen van katoen of polyester in deze machine wanneer het inbegrepen
garen op is. Breng de drukvoet (14) omlaag met de verhoger (22). Plaats de naald in
de hoogste positie door het handwiel (5) in de richting van de pijl te draaien.
Breng na plaatsing van de garenklos in de kloshouder, het garen door de geleidingen
zoals getoond in afbeelding G. Controleer of het garen tussen de spanschijven in het
spanwiel (12) geplaatst wordt.
De draad moet van voren naar achteren door de naald gestoken worden (voor
gebruik van de draaddoorhaler zie afbeelding H). Om het garen van de klos te
verhogen, de drukvoet omhoog brengen met de verhoger. Houd het garen van de
naald voor de machine (zie afbeelding I) vast en draai voorzichtig de zwengels in de
richting van de pijl zodat de naald in het naaldplatform komt en het daarna opnieuw
verlaat. De naald zal automatisch een lus van het garen van de klos nemen waaraan
u langs de onderzijde van de drukvoet kunt trekken (zie afbeelding J).
Breng beide draden onder de drukvoet (14) door, tussen de vorken en naar de
achterzijde van de machine, ongeveer 8 cm.
6. Verwisselen van de spoel
Haal het deksel van het vakje van de spoel (15) weg zoals getoond (afbeelding K) en
zet een volle en goed opgerolde klos in de spoelhouder. Controleer of het garen
rond de spoel is opgerold en, tegen de wijzers van de klok in, in de spoelhouder van
de machine is geplaatst. Indien dat niet het geval is, draai dan de spoel. Neem
voorzichtig ongeveer 8 cm garen van de spoel en trek dit langs gleuf 1 uit (zie
tekening van het vak van de spoel). Trek het garen naar u toe en kruis daarbij gleuf
2. Plaats het deksel van het vak, daarbij het uiteinde van de draad buiten latende,
naar de rechterzijde van het deksel zoals getoond in de afbeelding L. Zet de machine
nooit aan wanneer het vak van de spoel nog openstaat.
7. Juiste plaatsing van de spoelhouder
Probeer nooit, indien mogelijk, de houder van de machine weg te nemen. Indien de
houder valt of wordt verwijderd, volg dan onderstaande stappen om de houder
opnieuw te installeren. Volg de afbeeldingen om de onderdelen op de juiste plaats te
zetten:
- deel A van de spoelhouder onder deel 3 van de machine,
- deel B van de spoelhouder op deel 1 van de machine,
- deel C van de spoelhouder onder deel 2 van de machine.
Duw in horizontale positie in de spoelhouder omlaag. Indien er zich problemen
voordoen bij het naaien, herhaal dan de plaatsing van de spoelhouder.
8. Verwisselen van de naald
CONTROLEER OF DE MACHINE UIT STAAT EN OF DE BATTERIJEN OF DE
ADAPTER ZIJN VERWIJDERD.
Gebruik de zwengel om de naald in de hoogste positie te brengen. Draai de schroef
los en haal het veiligheidsdeksel weg. Laat de drukvoet neer. Draai de schroef die de
naald vasthoudt met een schroevendraaier los en verwijder de oude naald. Steek de
nieuwe naald zo hoog mogelijk in de naaldhouder in (afmeting 12/80 of 14/90), met
de platte kant van de naald van u verwijderd en met het oog van de naald naar u
gericht. Controleer of de naald niet in de machine valt. Draai vervolgens de schroef
weer aan met een schroevendraaier. Plaats het deksel terug en draai de schroef
vast.
9. Hoe naaien
De meeste problemen in naaimachines worden veroorzaakt door het onjuist instellen
van de spanning. Controleer of:
1. Het garen vrij kan bewegen langs de tussenpunten tussen de klos en de naald,
met een beetje spanning.
2. Het garen niet per ongeluk blijft vasthaken rond de uitstekende delen of punten
waar het in contact komt met de machine.
3. Het garen langs de spanningsregeling tussen de veerschijf en de behuizing van de
machine loopt.
Breng de drukvoet omhoog met de verhoger (22). Plaats de stof onder de drukvoet
en duw de hendel omlaag (controleer steeds voordat u begint met naaien of de
drukvoet omlaag staat).
Naai een steek door de zwengel in de richting van de pijl te draaien en waarbij de
naald dan de stof binnengaat. Breng de Aan/Uit-knop (8) naar boven om de machine
aan te zetten en trap het pedaal in om te beginnen met naaien.
Stop met naaien voordat u aan de rand van het materiaal komt en laat daarvoor het
pedaal los.
Trek de bovenkant van de zwengel naar u toe tot de naald het pedaal verlaat.
Trek via het spanwiel aan een stukje garen om de spanning in de naald vrij te maken
(zie afbeelding M). Rek het materiaal naar het einde van de machine uit en snijd het
garen nabij de stof af.
(Indien de machine vastloopt of het garen verstrikt raakt aan de onderzijde van het
naaimechanisme, kan de stof worden weggehaald door de zwengel in de richting van
de pijl te draaien tot de stof of het garen kan worden verwijderd).
Voor een goed naairesultaat, verschuif de stof met de linkerhand en houd het garen
vast met de rechterhand.
10. Beschikbare modellen
Kies met de modelselectieknop het gewenste model (4) en zet de selectieknop (2) in
de stand zoals staat aangegeven op de afbeeldingen.
11. De steken controleren
Afbeelding 1 toont een correcte steek: de draden boven- en onderaan zijn onderling
verbonden door de stoflagen en er is geen verdere aanpassing vereist.
Afbeelding 2 toont een steek waarbij de spanning bovenaan te hoog is ten opzichte
van de draad onderaan. Verlaag om dit te corrigeren, de spanning in de bovenste
draad of verhoog de spanning onderaan (het wordt niet aanbevolen om de spanning
van de onderste draad te proberen wijzigen). Verlaag de spanning van de bovenste
draad door het spanwiel (12) linksom te draaien. Draai het wiel een halve
omwenteling en naai een andere lijn. Pas het spanwiel indien nodig opnieuw aan
(losser of strakker) tot het resultaat is zoals getoond in afbeelding 1.
Afbeelding 3 toont een steek waarvan de spanning van de bovenste draad te los is
ten opzichte van het garen van de klos. Verhoog de spanning van de bovenste draad
door het wiel een halve omwenteling naar rechts te draaien en maak een nieuwe
stiklijn. Pas het spanwiel indien nodig opnieuw aan (losser of strakker) tot het
resultaat is zoals getoond in afbeelding 1.
12. Veiligheidsdoos
De machine bevat een doorzichtig doosje dat dient om de handen te beschermen
tegen de naald terwijl men naait. Volg om het doosje vast te zetten afbeelding 12.
Om een oude naald weg te halen wanneer de veiligheidsdoos geplaatst is:
1. Breng de naald naar de hoogste positie door de zwengel naar u te draaien tegen
de wijzers van de klok in.
2. Laat de drukvoet neer.
3. Draai de schroef los en pak het doosje weg.
4. Draai de schroef die de naald vasthoudt los terwijl u de naald op haar plaats houdt
en verwijder vervolgens de naald uit de beugel.
13. Aanpassing van de spanning van de draad
Zoals eerder vermeld doen de meeste problemen met naaimachines, zowel bij
modellen voor volwassenen als voor kinderen, zich voor door een gebrek aan
evenwicht tussen de spanning van de bovenste en de onderste draad, of omdat
beide draden niet vlot lopen.
14. Onderhoud van de naaimachine
Vervang de batterijen wanneer de machine trager begint te werken.
Gebruik geen vloeistoffen om ze te reinigen, enkel een droge doek.
Haal de machine niet uit elkaar. Geen enkel onderdeel kan door de gebruiker
vervangen worden.
Probeer het vak voor de naald niet te openen. Alle interne onderdelen zijn ingesteld
in de fabriek.
Rek de stof tijdens het naaien niet uit. De naald kan dan gaan buigen of breken.
Koppel altijd de voedingsbron en het pedaal los bij het vervangen of reinigen van de
naalden en bij het verwijderen van de spoel.
Controleer voordat de adapter wordt gebruikt of de spanning overeenkomt met de
energiebron (het uitgangsvermogen moet DC3V zijn).
OPGELET: het product bevat scherpe naalden die enkel gebruikt mogen worden
onder direct toezicht van een volwassene.
15. Problemen oplossen
To Next Page
Loading...
