6
7b. A = kabel of luchtleiding doorvoer (4x) B = buitenste slangpilaar en C = leiding omgev-
ingsdruk/nuldruk
7c. A = ventilator, B = geluidsdemper, C = dakopstand en D = drukslang binnendoor E =
drukslang buitenom, F = kabelwartel met meetpijp en G = drukmeetpunt
Nederlands
8. Elektrische aansluiting
8.1 Klemmenstrook besturing
In het onderstaande is de klemmenstrook van de besturing weergegeven.
8a. A = Sensoraansluiting, B = 0-10V stuuringang, C = Storingscontact maak, D = Voeding 230V, 50Hz, E = Aansluiting PC/control unit, F = 2e Aansluiting PC/control unit, G = Storingscontact
verbreek, H = Vrijgave contact en I = Motor aansluitingen.
8b. A = Naar werkschakelaar, B = Aansluiting PC/control unit, C = Lus 1 and D = Lus 2 en E = Lus 3
• Sensoraansluiting: voor het aansluiten van de druksensormodule van de
MX-ZMV of een andere sensor.
• Vrijgavecontact: dit contact moet voorzien zijn van een spanning van 10-
250 volt (AC of DC). Bij het ontbreken van spanning op het vrijgavecontact
zal de ventilator niet draaien, ook als de voedingsspanning van 230V aan-
wezig is.
• Storingscontacten: Er is een maak- en verbreekcontact. Bij storing wordt het
contact tussen de twee klemmen van KL3A gesloten en tussen de twee klem-
men van KL3B geopend. Bij ‘geen storing’ is er een omgekeerde situatie.
• Communicatie-aansluiting: voor instellen en uitlezen van de MX met de
control unit VU of de laptop/PC. Het contact is dubbel uitgevoerd: één
aansluiting A/B is verbonden met een sub-D9-connector in het frame, één
aansluiting A/B is vrij en kan worden gebruikt voor het doorlussen wanneer
de MX wordt opgenomen in een netwerk.
• Lekstroom MX ± 10mA
☞
Let op!! Bij Esoll/GND impedantie Ri = 90 kOhm
☞
Let op!! Bij Eist/GND impedantie Ri = 90 kOhm
Bij aansluiten van een extern vreemd signaal op Esoll of op Eist zorgen voor
galvanische scheiding.