ONDERHOUD 4
NL-17
4.9 OPSPOREN EN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN _________________________________
Lees het onderhoudshoofdstuk voor de juiste procedures en waarschuwingen alvorens afstellingen of onderhoud uit
te voeren.
4.10 SMERING ________________________________________________________________
De maaier is ontworpen met het oog op minimale
smering. Te veel smeren zal de lagers en motor
overbelasten waardoor de machine minder goed zal
presteren.
Alle onderhoudsintervallen moeten bij gebruik in zeer
stoffige omstandigheden korter zijn dan is aangegeven.
1. Reinig de smeernippel altijd voor en na het smeren.
2. Breng smeervet met een handspuit aan en vul
langzaam bij totdat het smeervet naar buiten begint
te sijpelen. Gebruik GEEN persluchtspuiten.
3. Breng voor soepele werking van alle draaipunten en
andere wrijvingspunten een paar druppels SAE
30W olie aan.
Figuur 4C
Problemen Mogelijke oorzaken Oplossing
Motor start niet Choke in verkeerde stand Zie motorhandleiding
Lege brandstoftank of vuile brandstof Aftappen en opnieuw vullen met verse,
schone brandstof
Brandstofafsluitklep Klep openen
Motor/bougie Zie motorhandleiding
Motorschakelaar uit Schakelaar aanzetten - hoofdstuk 3.1
Motor is moeilijk te starten of loopt
onregelmatig, slaat af, verliest
vermogen of stopt
Choke in verkeerde stand Zie motorhandleiding
Brandstoflekken, vuile of verkeerde
brandstof
Brandstofslangklemmen vastzetten
Opnieuw met schone brandstof van de
juiste kwaliteit vullen
Losse bedrading Bougiekabel controleren
Luchtinlaat verstopt Luchtinlaat en luchtfilter reinigen
Ontluchtingsventiel in brandstofdop
verstopt
Brandstofdop reinigen
Maaier reageert niet op B.A.S.-hendel Parkeerrem ingeschakeld Rem uitschakelen
Kooikoppeling Bijstellen (Hoofdstuk 3.7)
De kooien maaien niet, maaien niet
gelijkmatig
Verkeerd afgesteld Bijstellen (Hoofdstuk 3.2, 3.3, 3.5)
Stand van kooikoppelingshendel Hendel inschakelen
9