NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING
JB SYSTEMS® 35/82 SCANMASTER 1612 (SM-1612)
6. OMKEERFUNCTIE VAN DE JOYSTICK BEWEGING / DMX KANAAL
VERWIJDEREN:
• Schakel de “program mode” in. (Houdt de “Program” toets ingedrukt tot de LED knippert)
• Druk 1 x tegelijkertijd op de “Mode” en “Fine” toetsen. De reverse LED moet aan
zijn. (als de assign LED aan is, druk dan beide toetsen nogmaals tegelijkertijd in)
• Indien het toestel meer dan 8 DMX adressen heeft kan men de “Tap/Display”
toets gebruiken om de 16 of 8-kanaals modus te kiezen.
• Druk op de toets die overeenkomt met het toestel dat u wilt instellen.
• Terwijl u de mode toets ingedrukt houdt, drukt u op de “Auto/Del” toets.
• Druk gedurende enkele seconden op de program toets om de
programmeerfunctie uit te schakelen
Opgelet: alle omgekeerde adressen van dat toestel zullen terug naar hun gewone
werking teruggebracht worden.
7. MIDI KANALEN INSTELLEN:
• Houd de MIDI/Rec toets gedurende 3 seconden ingedrukt: op de display leest
men “MIDI xx” af (xx is het midi kanaal: tussen 01 en 16)
• Gebruik de Up/Down toetsen om het MIDI kanaal (van 1 tot 16) te kiezen
waaronder de SM-1612 moet geactiveerd worden.
• Houd opnieuw de MIDI/Rec toets gedurende 3 seconden ingedrukt: de MIDI
werking is nu ingeschakeld.
MIDI CHANNEL SETTING:
BANK (Octaaf) NOOT NUMMER FUNCTIE
BANK 1 00 TOT 07 1 tot 8 van Bank 1 aan of uit
BANK 2 08 TOT 15 1 tot 8 van Bank 2 aan of uit
BANK 3 16 TOT 23 1 tot 8 van Bank 3 aan of uit
BANK 4 24 TOT 31 1 tot 8 van Bank 4 aan of uit
BANK 5 32 TOT 39 1 tot 8 van Bank 5 aan of uit
BANK 6 40 TOT 47 1 tot 8 van Bank 6 aan of uit
BANK 7 48 TOT 55 1 tot 8 van Bank 7 aan of uit
BANK 8 56 TOT 63 1 tot 8 van Bank 8 aan of uit
BANK 9 64 TOT 71 1 tot 8 van Bank 9 aan of uit
BANK 10 72 TOT 79 1 tot 8 van Bank10 aan of uit
BANK 11 80 TOT 87 1 tot 8 van Bank11 aan of uit
BANK 12 88 TOT 95 1 tot 8 van Bank12 aan of uit
BANK 13 96 TOT 103 1 tot 8 van Bank13 aan of uit
BANK 14 104 TOT 111 1 tot 8 van Bank14 aan of uit
BANK 15 112 TOT 119 1 tot 8 van Bank14 aan of uit
CHASES 120 TOT 125 Chases1 tot 6
BLACK-OUT 126 BLACK-OUT
De SCANMASTER 1612 ontvangt enkel MIDI noten; het is dus mogelijk dat het
klavier moeten getransponeerd worden om de juiste noten te vinden
NEDERLANDS GEBRUIKSAANWIJZING
JB SYSTEMS® 36/82 SCANMASTER 1612 (SM-1612)
SCENES
1. EEN SCENE PROGRAMMEREN:
a. Schakel de “program mode” in. (Houdt de “Program” toets ingedrukt tot de LED
knippert)
b. Controleer of de LED van de black-out toets niet aan is, druk anders op deze
toets om de black-out functie uit te schakelen.
c. Controleer of de speed en de fade time schuifregelaars op nul staan.
d. Druk op de “fixture” toets die overeenkomt met het toestel dat u wilt instellen. U
kunt verschillende toestellen tegelijkertijd programmeren door op hun
respectievelijke “fixture” toetsen te drukken.
e. Beweeg de schuifregelaars en joystick tot u de gewenste positie bekomt. (In
enkele uitzonderlijke gevallen is het nodig om pagina B te selecteren om de
kanalen 9 tot 16 in te stellen)
f. Druk op de Up/Down toetsen om de bank te kiezen waarin u deze scène wilt
opslagen. U kunt in het totaal 30 banken kiezen; In elke bank kunnen tot 8
scènes opgeslagen worden.
g. Eens de gewenste posities van alle toestellen ingesteld zijn drukt u op de
MIDI/Rec toets.
h. Druk op de scène toets waarin u de scène wilt opslagen. Alle LEDs zullen 3 x
flitsen om de handeling te bevestigen. Het LCD scherm geeft de bank en de
scène weer.
i. Herhaal de stappen dÆh tot alle scènes geprogrammeerd zijn.
j. Als u het programmeren niet wenst verder te zetten kunt u de programmeer
functie verlaten door de program toets enkele seconden ingedrukt te houden.
De LED zal uitgaan.
2. EEN SCENE BEWERKEN:
a. Schakel de “program mode” in. (Houdt de “Program” toets ingedrukt tot de LED
knippert)
b. Controleer of de LED van de black-out toets niet aan is, druk anders op deze
toets om de black-out functie uit te schakelen.
c. Druk op de Bank Up/Down toetsen om de bank te kiezen die de scène bevat
die u wilt bewerken.
d. Selecteer de scène die u wilt bewerken door op de overeenstemmende
scènetoets te drukken.
e. Selecteer de toestellen en gebruik de schuifregelaars en/of joystick om de
gewenste wijzigingen aan de scène uit te voeren.
f. Eenmaal alle wijzigingen uitgevoerd zijn drukt u op de MIDI/Rec toets.
g. Druk op de scène toets die overeenstemt met de scène die u aan het bewerken
bent. Dit zal de bestaande scène vervangen.
h. Druk gedurende enkele seconden op de program toets om de
programmeerfunctie uit te schakelen.
Opgelet: wees er zeker van dat u dezelfde scène toets indrukt als in stap d en g,
anders wist u misschien een andere bestaande scène.
3. EEN SCENE KOPIËREN:
a. Schakel de “program mode” in. (Houdt de “Program” toets ingedrukt tot de LED
knippert)