43
6.Ingebruikname
6.Ingebruikname
MOTORTEMPERATUUR
Gedurende normaal gebruik wijst de meter in het midden, tussen 40 °C en 90 °C.
Stop de motor indien de meter het rode gebied bereikt. Controleer koelvloeistof en
de v-riem welke de waterpomp aandrijft. Controleer het koelsysteem op lekken.
MOTORTEMPERATUUR WAARSCHUWINGSLAMP
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de motor te warm is. Zet de motor af,
controleer het koelvloeistofpeil en ventilator riem. Controleer het koelsysteem op
lekkage en / of bijvullen met koelvloeistof. Zie hoofdstuk 'Onderhoud'.
MOTOR OLIEDRUKLAMPJE
Dit waarschuwingslampje duidt dit op onvoldoende oliedruk. Zet de motor
onmiddellijk. Controleer het oliepeil elke dag met de peilstok en vul olie bij indien
nodig. Zie hoofdstuk 'Onderhoud'.
MOTORKAP
Openen:
• Stop de motor
• Ontgrendel de motorkap met de sleutel
• Druk op de ontgrendelingsknop en open de
motorkap met de hand
Sluiten:
• Sluit de motorkap (er is een “klik” hoorbaar)
• Sluit de motorkap af met de sleutel