16
Bijzondere producteigenschappen en functies
De rotatielaser lijnt zich zelfstandig uit. Hij wordt in de vereiste
basisstand geplaatst - binnen een werkhoek van ± 4°. De fijne afstelling
wordt direct door de automatiek uitgevoerd: drie elektronische meetsensors
registreren daarbij de X-, Y- en Z-assen.
Transport LOCK: Het apparaat wordt tijdens het transport
beschermd met een speciale motorrem.
Horizontaal
nivelleren
Verticaal
nivelleren
90° hoeken Loodfunctie
auto auto
Ruimterasters: Deze tonen de laserniveaus en -functies.
Plaatsen van de batterijen
Let op de juiste polariteit. Als de bedrijfs-
indicator (C) knippert, moeten de batterijen
worden vervangen.
Als het toestel te schuin wordt geplaatst (buiten het bereik van 4°),
staat de prismakop stil en knippert de laser. U moet het toestel dan
op een vlakke ondergrond plaatsen.
!
Horizontaal nivelleren en verticaal nivelleren
– Plaats het toestel op een zo vlak mogelijke ondergrond of bevestig
het op een statief, horizontaal of verticaal.
– Druk de AAN-/UIT-toets in.
– Het toestel nivelleert automatisch binnen een bereik van ± 4°. In de inricht-
fase knippert de laser en de prismakop staat stil. Wanneer de nivellering
voltooid is, brandt de laser permanent en draait met max. toerental.
auto =
automatische
uitlijning
NL