Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal 16 alfabetische en nume-
rieke tekens gebruiken. Meer informatie vindt u in “Overwegin-
gen ten aanzien van wachtwoorden” op pagina 64.
Apparaten in- en uitschakelen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het in- of uitschakelen van de volgende
apparaten:
SATA Controller Als deze optie is ingesteld op Disabled, worden alle apparaten
die zijn aangesloten op de SATA-aansluitingen (bijvoorbeeld de
vaste schijf of het optische station) uitgeschakeld en niet weerge-
geven in de systeemconfiguratie.
Serial Port1 Address Met deze optie kunt u de in- en uitvoer van de seriële poort
regelen.
USB Setup Met deze optie kunt u USB-poorten instellen.
U kunt een apparaat als volgt in- of uitschakelen:
1. Start het programma Setup. Zie “Het programma Setup Utility starten” op
pagina 63.
2. In het hoofdmenu van het programma Setup Utility kiest u Devices.
3. Voer, afhankelijk van het apparaat dat u in of uit wilt schakelen, een van de
volgende handelingen uit:
v Selecteer ATA Drives Setup → SATA Controller om de op de SATA-aanslui-
tingen aangesloten apparaten in of uit te schakelen.
v Selecteer Serial Port Setup → Serial Port1 Address om de seriële poort in of
uit te schakelen.
v Selecteer USB Setup en volg de instructies op het scherm voor het in- of uit-
schakelen van de USB-poort(en) van uw keuze.
4. Kies de gewenste instellingen en druk op Enter.
5. Druk op Esc om terug te gaan naar het hoofdmenu van het programma Setup
Utility. Mogelijk moet u meerdere malen op Esc drukken.
6. Druk op F10 om de instellingen op te slaan en het programma Setup af te slui-
ten.
Opmerkingen:
a. Als u de wijzigingen niet wilt opslaan, selecteert u Exit → Discard Changes
and Exit.
b. Als u de standaardinstellingen wilt herstellen, drukt u op F9 of selecteert u
Exit → Load Optimal Defaults.
Een opstartapparaat kiezen
Als de computer niet opstart vanaf een bepaald apparaat, zoals een vasteschijf-
station of de schijf in het optische-schijfstation, voert u een van de volgende han-
delingen uit om het gewenste opstartapparaat te selecteren.
Een tijdelijk opstartapparaat kiezen
In dit gedeelte vindt u instructies voor het selecteren van een tijdelijk opstart-
apparaat. Gebruik de instructies in dit gedeelte om op te starten vanaf een wille-
keurig opstartapparaat.
Hoofdstuk 4. Werken met het programma Setup Utility 65