46
NEDERLAND
Warmtepompmodel
● Informatie over het gebruik
COOL – Koelen
• Om de kamertemperatuur in te stellen op een
comfortabel koel niveau.
AUTO – Automatische bedieningsfunctie
• Voel de binnentemperatuur om de optimale stand te
selecteren.
• De temperatuur wordt op de afstandsbediening niet
weergegeven tijdens de automatische werking.
DRY – Ontvochtigingsfunctie
• Een zeer zachtjes koelende werking, voorafgaand aan
de ontvochtiging. Deze werking verlaagt de
kamertemperatuur niet.
• In Soft Dry stand werkt de binnenventilator aan
lage snelheid
HEAT – Verwarmingsfunctie
(alleen voor warmtepompmodel)
• OntvriezingawerkingAfhankelijk van de temperatuur
buiten, stopt het apparaat af en toe om ijs op de
buiten-unit te laten smelten.
• Om de kamer te verwarmen wordt warmte uit de
buitenlucht gehaald. Wanneer de temperatuur van de
buitenlucht daalt, kan het zijn dat het
verwarmingsvermogen van het toestel beperkt blijft.
We raden u aan gebruik te maken van een bijkomend
verwarmingstoestel wanneer de temperatuur van de
buitenlucht laag is.
FAN – Lucht circulatie functie
(alleen voor koelend model)
• Wanneer de kamertemperatuur de ingestelde
temperatuur bereikt, schakelt de werking over op een
laag luchtstroomvolume. Dat stopt wanneer de
kamertemperatuur tot 2°C onder de ingestelde
temperatuur daalt.
(Dit is nuttig wanneer u een verwarmingstoestel
gebruikt).
■ Instelling van de ventilatorsnelheid
• Druk op 4 om te selecteren:
FAN – Lage ventilatorsnelheid
FAN – Middelhoge ventilatorsnelheid
FAN – Hoge ventilatorsnelheid
AUTO
FAN – Automatische ventilatorsnelheid
De snelheid van de binnen-fan wordt
automatisch aangepast aan de
werkingswijze. Werkt het toestel
afkoelend, dan stopt de binnen-fan af en
toe.
■ Instelling van de verticale luchtstroomrichting
• Druk op 5 of 6 om te selecteren:-
Koelend model
COOL/ DRY
Ontvochtigen
AUTO
FAN Ventileren
AUTO
MANUAL
Er kan in vijf stappen
bijgeregeld worden
tussen 14° ~ 36°.
Op/neer zwaaien
Automatisch
Op/neer zwaaien
Automatisch
MANUAL
Er kan in vijf stappen
bijgeregeld worden
tussen 0° ~ 61°.
– Wanneer de uitlaatlucht
laag is, bv. bij het begin
van het verwarmen, wordt
de lucht horizontaal
geblazen. Naarmate de
temperatuur stijgt, wordt de
warme lucht naar beneden
geblazen.
– Om deze manier van
werken te stoppen drukt u
op MANUAL.
■ Instelling van de horizontale luchtstroomrichting
● Gebruik dit klimaatregelingstoestel in de volgende
omstandigheden:
Koelend model
• Handmatig regelen
● Opmerking
• Indien de airconditioner voor langere tijd niet wordt
gebruikt, schakel de hoofdstroomtoevoer uit. Blijft het
apparaat op AAN staan, dan zal ongeveer 2,5W
elektriciteit verbruikt worden zelfs al is de binnen-unit
met de afstandsbediening UITgeschakeld.
• Als apparaat is gestopt, en direkt daama opnieuw
aangezet, zal het pas na 3 minuten zijn functie
hervatten.
DBT:Droge bol temperatuur
WBT:Natte bol temperatuur
Maximum-temperatuur
Minimum-temperatuur
DBT
32
16
WBT
23
11
DBT
43
16
WBT
26
11
Binnen Buiten
Eenheden in °C
36°
Warmtepompmodel
HEAT Verwarmen
AUTO
COOL/ DRY
Ontvochtigen
AUTO
Op/neer zwaaien
Automatisch
MANUAL
Er kan in vijf stappen
bijgeregeld worden
tussen 14° ~ 36°.
MANUAL
Er kan in vijf stappen
bijgeregeld worden
tussen 0° ~ 61°.
36°
61°
DBT:Droge bol temperatuur
WBT:Natte bol temperatuur
Maximumtemperatuur-Koelen
(Maximumtemperatuur-Verwarmen)
Minimumtemperatuur-Koelen
(Minimumtemperatuur-Verwarmen)
DBT
32
(30)
16
(16)
WBT
23
(-)
11
(-)
DBT
43
(24)
16
(-5)
WBT
26
(18)
11
(-6)
Binnen
Buiten
Eenheden in °C