46
Bediening
U kunt het toestel het beste in de automatische koel- en verwarmingsstand zetten. (Blz. 47)
De ventilatorfunctie van dit toestel brengt buitenlucht naar binnen.
Groepsbediening
Groepsbediening is geschikt om meerdere airconditioners
in een grote ruimte samen te kunnen bedienen.
Er kunnen maximaal 8 toestellen worden aangesloten.
Alle binnenunits worden in dezelfde stand gebruikt,
met uitzondering van de luchtstroomrichting.
Gebruik de temperatuursensor van de binnenunit.
Buitenunit
Afstandsbediening
Signaallijn
OPMERKING
OPMERKING
Raadpleeg voor details de bedieningshandleiding die wordt meegeleverd met de
optionele afstandsbediening.
Let bij de FRISSE LUCHT INLAATSTAND alstublieft op het volgende.
Werking
Verwarmingsprestaties
Omdat deze airconditioner lucht van buiten gebruikt voor
het verwarmen, zullen de verwarmingsprestaties afne-
men als de buitentemperatuur daalt.
(Vanwege het warmtepompsysteem.)
→Gebruik in dat geval een ander verwarmingsapparaat.
Ontdooien
Dit toestel kan beginnen met ontdooien om ijs dat zich
gevormd heeft in de buitenunit te laten smelten.
1
Het ontdooien begint
: De ventilator van de binnen-
unit stopt (of gaat zeer langzaam draaien).
→ “
” (STANDBY) verschijnt.
2
Na een paar minuten begint het toestel weer
te verwarmen
: De ventilator van de binnenunit blijft
stilstaan (of zeer langzaam draaien) tot de spiraal van
de warmtewisselaar binnen voldoende is opgewarmd.
→ “
” (STANDBY) wordt aangegeven.
3
Het ontdooien is voltooid
: De ventilator van de
binnenunit begint te draaien.
→ “
” (STANDBY) verdwijnt.
‘‘DRY’’ droogstand
Wanneer de temperatuur in de ruimte het ingestelde
niveau bereikt, zal de buitenunit automatisch aan- en
afslaan.
Wanneer de buitenunit uitgeschakeld wordt, zal ook de
ventilator van de binnenunit stoppen.
(Om te voorkomen dat de luchtvochtigheid in de ruimte
weer stijgt.)
Wanneer de temperatuur in de ruimte hoogstwaarschijn-
lijk het ingestelde niveau zal bereiken, wordt de ventilator
automatisch op ‘‘breeze’’ (matige windsterkte) gezet.
Werking de droogstand (‘‘DRY’’) is niet mogelijk als de
buitentemperatuur 15 °C of lager is.
Als de stroom uitvalt terwijl de unit in bedrijf
is
Wanneer de unit automatisch weer opstart na een tijdelijke
stroomstoring, zullen dezelfde instellingen worden gebruikt
als voor de stroomstoring.
Bedieningsstand
Kies uit: HEAT /DRY /COOL /FAN /AUTO .
In de FRISSE LUCHT INLAATSTAND kunt u kiezen uit: HEAT /COOL /FAN /AUTO .
Ventilatorsnelheid
High (hoog) /Medium (gemiddeld) /Low (laag) /Auto
In de FRISSE LUCHT INLAATSTAND kan de ventilatorsnelheid niet worden geselecteerd.
OI00286020EUall.indb46OI00286020EUall.indb46 2014/09/189:32:142014/09/189:32:14