WARTUNG
Alle Wartungsarbeiten müssen fachmännisch und unter
Beachtung der Vorschriften dieses Handbuches ausge-
führt werden.
Bevor jegliche Einstellungen vorgenommen
werden, muss der Motor abgestellt werden, die
Bremse gezogen, der Zündschlüssel
abgezogen, ein Gang eingelegt und die
Zapfwelle abgeschaltet werden.
Vor jeder Ueberprüfung oder Wartungsarbeit
muss der Maschinenbereichm an dem gear-
beitet wird, gereinigt werden. Es müssen im-
mer fachgerechte Werkzeuge bnutzt werden,
die sich in gutem Zustand befinden.
Verwen den S ie Sc hut zk leidu ng
(Handschuhe, Brillen, etc.) und passendes
Werkezeug in guter Kondition. Vorsicht vor
Schnittverletzungen!
WARTUNG IN VORGEGEBENEN
ZEITABSTAENDEN
NACH BEENDIGUNG EINES JEDEN ARBEITS-
ZEICHTRAUMS :
•Es wird empfohlen, die Maschine innen zu wa-
schen.
ALLE 10 BETRIEBSSTUNDEN :
•Das Gelenkkreuz schmieren.
•Rotorlager schmieren.
Siehe Abb. 11
•Keilriemenspannung kontrollieren.
•Sitz der Schrauben kontrollieren.
•Messerverschleiss kontrollieren.
ALLE 50 BETRIEBSSTUNDEN :
•Oelstand des Uebersetzungsgetriebes mittels des
dazu bestimmten Pfropfens kontrollieren.
ALLE 200 BETRIEBSSTUNDEN:
•Oelwechsel im Uebersetzungsgetriebe
Diesel Altöl muss jedesmal bei den Entsor-
gungszentren abgeliefert werden.
Bringen Sie an der Maschine ein
Hinweisschild an, dass den momentanen
Wartungszustand beschreibt:
"Maschine steht unter Wartungsarbeiten:
Es ist Unbefugten verboten, sich der
Maschine zu nähern, oder diese zu
benutzen!"
ONDERHOUD
Alle onderhoudswerkzaamheden moeten uitgevoerd
worden door deskundig personeel met het strikt in acht
nemen van wat in dit boek voorgeschreven is.
Overtuig u ervan, alvorens een of ander
onderhoudswerk uit te voeren, dat de machine
op de grond rust, schakel de motor van de
tractor uit, trek de contactsleutel uit, trek de
handrem aan, zet de tractor in de versnelling en
ontkoppel de aftakas.
Alvorens onderhoud of een controle uit te
voeren altijd de betrokken plek reinigen, en
gereedschap gebruiken dat geschikt en in
goede staat is.
Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen
(werkhandschoenen) en gereedschap dat
geschikt en in goede staat is, snijgevaar.
PERIODIEK ONDERHOUD
TELKENS AAN HET EINDE VAN HET WERK:
Aangeraden wordt de machine aan de binnenkant
af te spoelen.
OM DE 10 WERKUREN:
De kruiskoppelingen van de cardan met vet
smeren.
De lagers van de rotor met vet smeren (Zie fig. 11)
De spanning van de tandriemen controleren.
Controleren of de bouten aangedraaid zijn.
De slijtage van de messen controleren.
OM DE 50 WERKUREN:
Het oliepeil in de reductiekast controleren via de
desbetreffende dop.
OM DE 200 WERKUREN:
De olie van de reductiekast verversen.
Telkens wanneer de olie van de reductiekast
ververst wordt, moet de olie opgevangen
worden en naar een geschikt recyclagepark
gebracht worden.
Breng op de machine een bord aan dat de
bijzondere situatie aangeeft:
“Machine buiten gebruik wegens
onderhoud: het is verboden voor niet
bevoegd personeel om dichterbij te komen
en de machine te starten.”
NL D
33