- NL -
28
Plaatsen en aansluiten
• Het apparaat niet aan direct direct zonlicht blootstellen.
– Maximale omgevingstemperatuur: 40 °C.
Zo gaat u te werk:
5 C
1. Plaats het filter minstens 2 m van de vijverrand af, op een vaste en vlakke ondergrond en waar het niet onder water
komt te staan.
– De uitstroomzijde mag maximaal 1 m boven de waterspiegel liggen.
– Om werkzaamheden aan het apparaat te kunnen verrichten, moet voor vrije toegang worden gezorgd.
2. De slang aansluiten op de UVC-unit (getrapte slangtule aan de instroomzijde) en aan de filterpomp (getrapte slang-
tule aan de uitstroomzijde).
3. Aan de uitstroomzijde van het apparaat bijvoorbeeld een HT-buis (DN 50) of een 2"-slang met slangenklem.aanslui-
ten.
Inbedrijfstelling
WAARSCHUWING
Dood of zware verwondingen door gevaarlijke elektrische spanning!
• Voordat u in het water grijpt, moet u eerst de netspanning van alle apparaten die zich in het water bevinden
uitschakelen.
• De netspanning uitschakelen voordat er aan het apparaat mag worden gewerkt.
Zo gaat u te werk:
5 D
• Schakel eerst de pomp in en daarna het UVC-zuiveringsapparaat.
– De UVC-unit alleen met doorstromend water gebruiken.
• Inschakelen: Plaats de netsteker in de contactdoos.
– Het apparaat schakelt onmiddellijk aan.
– Het controlelampje brandt.
• Controleer alle aansluitingen op dichtheid.
• Uitschakelen: Trek de netsteker uit de contactdoos.
LET OP!
• Bij een nieuwe installatie bereikt het apparaat zijn volledige biologisch reinigende werking pas na enkele
weken.
• Een behoorlijke bacteriële activiteit ontstaat pas vanaf een watertemperatuur van +10 °C.
• De ingebouwde temperatuursensor schakelt de UVC-lamp bij oververhitting automatisch uit en na afkoeling
automatisch weer in.
AANWIJZING!
• De ingebouwde temperatuursensor schakelt de UVC-lamp in geval van oververhitting automatisch uit. Na
afkoeling schakelt de UVC-lamp automatisch weer in.
To Next Page
Loading...
