Raamaf dichting splaat
Afvoerbuis-assemblage
III.
Bediening
1. Het bedieningspaneel gebruiken
1) Bedieningspaneel:
1. Timertoets 2. Ventilatorsnelheidselectietoets
3. Omhoog-toets 4. etalage
5. Omlaag-toets 6. Modus selectietoets
7. Aan/Uit-toets
Als het apparaat voor de eerste keer wordt ingeschakeld, hoort u een zoemer en wordt het
apparaat in stand-by gezet.
1: Aan/Uit-toets: druk op de toets om het apparaat in of uit te schakelen. Wanneer
ingeschakeld, druk op de toets om het apparaat uit te schakelen; wanneer uitgeschakeld, druk op de
toets om het apparaat in te schakelen.
2: Modus selectietoets: Wanneer ingeschakeld, druk op de toets om tussen de koel-, ventilator- en
ontvochtigingsmodus te schakelen.
3: Sleepmodus:
In de koelmodus, druk op de omhoog (UP) en ventilatortoets om de sleepmodus in te schakelen. Het
apparaat werkt vervolgens in de stille energiebesparingsmodus.
4: Omhoog-toets en omlaag-toets: gebruik deze twee knoppen om de temperatuur te regelen of
de tijd in te stellen, zoals volgt:
Om de temperatuur te regelen, druk op de omhoog- of omlaag-toets totdat de gewenste
temperatuur wordt bereikt (niet beschikbaar in de ventilator- of ontvochtigingsmodus).
Om de tijd in te stellen, druk op de omhoog- of omlaag-toets totdat de gewenste tijd wordt
bereikt.
5:Ventilatorsnelheid selectietoets:
In de koel- en ventilatormodus,druk op de toets om het apparaat op de hoge of lage
ventilatorsnelheid te laten werken. In bepaalde omstandigheden is het mogelijk dat het apparaat