16
GEBRUIKSAANWIJZING
VOORDAT U BEGINT MET TRIMMEN
• Inspecteer het apparaat en zorg ervoor dat er geen haar of vuil in het apparaat zit.
Zorg ervoor dat de persoon zo gaat zitten dat zijn/haar hoofd zich ongeveer op uw
ooghoogte bevindt.
• Kam het haar altijd, voordat u gaat trimmen, zodat het droog en zonder haarklitten is.
• Elke opzetkam heeft een markering aan de buitenkant (3 mm, 6 mm, 9 mm, 12 mm, 16
mm, 20 mm, 25 mm, 30 mm, 35 mm, 40 mm).
HET BEVESTIGEN VAN EEN OPZETKAM
• Schuif deze op het snijblad, totdat de voorkant van de opzetkam stevig tegen het
snijblad aanzit.
HET VERWIJDEREN VAN DE OPZETKAM
• Houd het apparaat vast, terwijl de snijbladen van u afwijzen. Druk de opzetkam krachtig
omhoog en van de snijbladen af.
•
• DRAAIWIEL VOOR KORTE LENGTE-INSTELLING (Afb. 6)
• Het draaiwiel voor een korte lengte kan op 5 verschillende lengtes (0,8-2 mm) worden
ingesteld door het draaiwiel naar de gewenste instelling te draaien. Draai het wieltje
linksom voor een langere lengte en rechtsom voor een kortere lengte.
INSTRUCTIES OM HAAR TE SNIJDEN
• Voor gelijkmatig knippen moet de kam/het mes door het haar snijden. Beweeg niet te
snel door het haar. Als u voor het eerst knipt, begint u met de kam voor de maximale
lengte.
STAP 1 – DE NEK (AFB. 1)
• Gebruik de 3mm of 6mm opzetkam.
• Houd het apparaat vast met de snijbladen naar boven gericht. Begin in het midden van
het hoofd aan de onderzijde van de haargrens in de nek.
• Beweeg het apparaat langzaam omhoog en zijwaarts door het haar, waarbij u telkens
slechts een kleine hoeveelheid haar verwijdert.
STAP 2 – ACHTERKANT VAN HET HOOFD (AFB. 2)
• Met de kam ingesteld op 9mm of 12mm trimt u de achterkant van het hoofd.
• STAP 3 – Zijkant van het hoofd (Afb. 3)
• Trim de bakkebaarden met de 9 mm of 12 mm opzetkam. Neem vervolgens de langere
20 mm opzetkam en trim de bovenkant van het hoofd.
STAP 4 – BOVENKANT VAN HET HOOFD (AFB. 4)
• Bevestig de 25-40 mm geleidekam, knip het haar bovenop het hoofd tegen de normale
haargroeirichting in.
NEDERLANDS