ALARMEN
APPARAAT MET DEFECTE METERS TIJDENS DE CONSERVERING
Fout sonde kamer
In geval de sonde kamer defect blijjkt te zijn of de relatieve verbinding onderbroken blijkt te zijn, verschijnt op
de display het label [E0].
De machine blijft functioneren in de conserveringsfase op basis van de aan de parameters “C5” en “C6”
toegekende waarden.
De interne koeling blijft functioneren op basis van de aan de parameter “F3” toegekende waarde.
Fout sonde verdamper (alleen in het geval van apparaten -22°C/+5°C)
In geval de sonde verdamper defect blijkt te zijn of de relatieve verbinding onderbroken blijkt te zijn,
verschijnt op de display het label [E1].
De interne koeling zal functioneren op basis van de aan de parameter “F3” toegekende waarde.
Indien alle drie de sonden defect of onderbroken zijn, zal op de display beurtelings E0, E1 en E2
verschijnen.
Foutmelding vochtigheidsmeter (uitsluitend op apparaten +14°C/+16°C)
In het geval dat de vochtigheidsmeter defect is of de aansluiting hiervan onderbroken is, wordt op het display
de label [E8] weergegeven. De statische vochtigheidscontrole wordt automatisch gedeactiveerd.
Fout sonde condensator
In geval de sonde condensator defect blijkt te zijn of de relatieve verbinding onderbroken blijkt te zijn,
verschijnt op de display het label [E2].
De ventilator van de condensatore blijft in werking op basis van de aan de parameter “F8” toegekende
waarde.
Indien alle drie de sonden defect of onderbroken zijn, zal op de display beurtelings E0, E1 en E2
verschijnen.
APPARAAT MET DEFECTE METERS TIJDENS HET ONTDOOIEN
Fout sonde kamer
In het geval dat de meter in de cel defect is of dat de aansluiting hiervan onderbroken is tijdens de
ontdooifase wordt deze fase op reguliere wijze beëindigd.
Op het display worden afwisselend de ingestelde reeks met de parameter “d6” en het label [E0]
weergegeven.
Fout sonde verdamper (alleen in het geval van apparaten -22°C/+5°C)
In het geval dat de meter verdamper defect is of dat de aansluiting hiervan onderbroken is tijdens de
ontdooifase wordt deze fase wegens time-out beëindigd.
De ventilator verdamper blijft functioneren volgens de waarde die hier met de parameter “F4” aan toegekend is.
De druppeltijd “d7” en de vertraagde activering van de interne fan “F5” worden gerespecteerd.
Op het display worden afwisselend de ingestelde reeks met de parameter “d6” en het label [E1] weergegeven.
Indien alle drie de sonden defect of onderbroken zijn, zal op de display beurtelings E0, E1 en E2
verschijnen.
Foutmelding vochtigheidsmeter (uitsluitend op apparaten +14°C/+16°C)
In het geval dat de vochtigheidsmeter defect is of de aansluiting hiervan onderbroken is, wordt op het display
de label [E8] weergegeven. De statische vochtigheidscontrole wordt automatisch gedeactiveerd.
Fout sonde condensator
In geval de sonde condensator defect blijkt te zijn of de relatieve verbinding onderbroken blijkt te zijn,
verschijnt op de display het label [E2].