50 NL
Transport
Om de machine te vervoeren, leeg de benzinetank zoals
beschreven in hoofdstuk 8: Brandstof aftappen. Verwij-
der grof vuil van de apparatuur met een borstel of een
handborstel.
12. Afvoer en recycling
Het apparaat wordt geleverd in een verpakking om te
voorkomen dat deze beschadigd tijdens het transport.
De grondstoffen in deze verpakking kunnen worden her-
gebruikt of gerecycled. Apparatuur en toebehoren zijn
gemaakt van diverse materialen, zoals metaal en kunst-
stof. Defecte onderdelen moeten worden afgevoerd als
speciaal afval. Vraag uw dealer of uw gemeente.
13. Probleemoplossingen
De onderstaande tabel bevat een lijst van de probleemsymptomen en legt uit wat u kunt doen om het probleem op te lossen
als uw apparatuur niet goed werkt. Als het probleem zich blijft voordoen na de lijst doorgewerkt te hebben, neem dan con-
tact op met de dichtstbijzijnde servicewerkplaats.
Belangrijke tip in geval van het verzenden van de apparatuur naar een servicebedrijf:
Om veiligheidsredenen dient u ervoor te zorgen dat de apparatuur zonder olie en benzine wordt verzonden!
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat start niet. • Luchtlter is vervuild.
• Brandstoflter is verstopt.
• Gebrek aan brandstoftoevoer.
• Storing in de brandstoeiding.
• Startinrichting is defect.
• Motor is plotseling tot stilstand gekomen
• De bougiedop is niet bevestigd.
• De bougie vonkt niet.
• Motor defect.
• Carburateur defect.
• Reinig/vervang het luchtlter.
• Reinig of vervang het brandstoflter.
• Voeg brandstof toe.
• Controleer de benzineslang op knikken en
schade.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Verwijder de bougie, reinig en droog deze; trek
dan meerdere keren aan het startkoord; bevestig
de bougie.
• Controleer de correcte positieve van de
bougiedop.
• Maak de bougie schoon of vervang deze, indien
van toepassing.
• Controleer de bougiekabel op schade.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
De motor start maar
stopt daarna.
• Verkeerde afstelling van de carburateur
(stationair toerental).
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
De motor start maar het
maaimechanisme stopt.
• Maaimechanisme is geblokkeerd.
• Intern defect (aandrijfas, tandwielbak).
• Koppeling defect.
• Zet de motor uit en verwijder het blokkerende
object.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
De motor loopt
onregelmatig (sputtert).
• Carburateur verkeerd afgesteld.
• Bougie zit vol roet.
• Aan/uit knop defect.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Maak de bougie schoon of vervang deze.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
Er wordt rook
geproduceerd.
• Verkeerd brandstofmengsel.
• De carburateur is verkeerd afgesteld.
• Gebruik een tweetaktmengsel in de verhouding
40:1.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
Het apparaat werkt niet
op volle kracht.
• Het apparaat is overbelast.
• Luchtlter vervuild.
• De carburateur is verkeerd afgesteld.
• De geluiddemper is geblokkeerd.
• Forceer niet tijdens het maaien/trimmen.
• Maak het luchtlter schoon of vervang deze.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Controleer de uitlaat.
Draad wordt niet
aangevoerd.
• De spoel is leeg. • Vervang de spoel.