nl
83
Kennismaking met
het apparaat
De laatste bladzijde met de afbeeldingen
uitklappen. Deze gebruiksaanwijzing is
op meer dan één type van toepassing.
De uitrusting van de modellen kan
variëren.
Kleine afwijkingen in de afbeeldingen zijn
mogelijk.
Afb. !
* Niet bij alle modellen.
Bedieningselementen
Afb. "
Inschakelen van
het apparaat
Het apparaat inschakelen met de
hoofdschakelaar Aan/Uit, afb "/1.
De temperatuurindicatie knippert,
afb. "/3, tot in het apparaat
de ingestelde temperatuur is bereikt.
Het apparaat begint te koelen, de
verlichting is ingeschakeld wanneer de
deur open is.
Wij adviseren een temperatuurinstelling
van +4 °C voor de koelruimte.
Bewaar gevoelige levensmiddelen niet
warmer dan +4 °C.
1 Lichtschakelaar
2 Hoofdschakelaar Aan/Uit
3 Bedieningselementen/Verlichting
4 Glasplaat
5 Groentelade
6 Diepvrieslade
7 Diepvrieskalender*
8 Boter en kaasvak *
9 Voorraadvak voor tubes
en blikjes
10 Eierrekje
11 Vak voor grote flessen
A Koelruimte
B Diepvriesruimte
1 Hoofdschakelaar Aan/Uit
Om het hele apparaat in en uit te
schakelen.
2 Temperatuurinsteltoets
Met deze toets wordt de
temperatuur ingesteld.
3 Temperatuurindicatie koelruimte
De cijfers bij
de temperatuurindicatielampjes
komen overeen met
de temperaturen in °C
in de koelruimte.
Het brandende lampje geeft
de ingestelde temperatuur aan.
4 „super” Toets
Om de functies
superkoelen (koelruimte) of
supervriezen (diepvriesruimte)
in te schakelen.
Zie hoofdstuk „Superkoelen” of
„Supervriezen”.