61NL/BE
Modus Snelheid Ventilatorsnelheid/-duur
Natuurlijk
1
H
M
L
50s 50s 50s 50s 50s 50s 50s 75s 75s 50s 50s 75s 50s 50s 25s
2
H
M
L
50s 50s 25s 75s 50s 50s 75s 50s 75s 25s 25s 75s 50s 50s 25s
3
H
M
L
50s 50s 50s 50s 50s 50s 75s 50s 50s 25s 50s 50s 75s 75s 50s
Slaapmo-
dus
1
Natuurlijke modus bij snelheid1 (totdat het product wordt
uitgeschakeld)
2
Natuurlijke modus bij snelheid 2 (30min)
Natuurlijke modus bij snelheid 1 (totdat het product wordt
uitgeschakeld)
3
Natuurlijke modus bij snelheid 3 (30min)
Natuurlijke modus bij snelheid 2 (30min)
Natuurlijke modus bij snelheid 1 (totdat het product wordt
uitgeschakeld)
H= Hoog | M= Gemiddeld | L= Laag | uit = totdat het product wordt uitgeschakeld
Geluidssignaal
o Als het product gebruikt wordt, genereert het
geluidssignalen:
Geluidssignaal
Handeling
Kort Het product
wordt op het
elektriciteitsnet
aangesloten.
Bij iedere druk op
een toets.
Permanent De waterstand
is lager dan de
markering
Min
.
Luchtuitlaat instellen
o Stel de stand van de ventilatiekleppen van de
luchtuitlaat
[] met de hand in.
Koelelementen gebruiken
1. Leg de koelelementen [] 24uur in de vriezer
bij een temperatuur van –18 °C.
2. Leg de bevroren koelelementen
[] in de
verwijderbare watertank
[].
Koelomstandigheden
o Aanbevolen inhoud: ≤ 11,6 m
3
o Aanbevolen watertemperatuur:
– Omgevingstemperatuur (afname van de
luchttemperatuur: max. 1 °C in het eerste
uur)
– +8 °C (afname van de luchttemperatuur:
max. 1,6 °C in het eerste uur)
TIPS:
o Hoe kouder het water, des te groter de
koelefficiëntie.
o De koelefficiëntie neemt met de tijd af omdat
de watertemperatuur langzaam stijgt tot de
kamertemperatuur is bereikt.