30
(Vertaling van de originele instructies)
NEDERLANDS
Probeer nooit de zaag uit het werkstuk te trekken of 
de zaag naar achteren te trekken terwijl het zaagblad 
loopt of wanneer terugslag zich kan voordoen. Zoek 
naar de oorzaak van het vastlopen en neem de geschikte 
maatregelen om die oorzaak te verhelpen.
c.   Centreer, wanneer u een zaag opnieuw start in het 
werkstuk, het zaagblad in de zaagsnede en controleer 
dat de zaagtanden niet in het materiaal vastzitten. Als 
het zaagblad vast zit, kan het uit het werkstuk omhoog 
lopen of terugslaan uit het werkstuk wanneer de zaag 
opnieuw wordt gestart.
d.   Ondersteun grote panelen zodat het risico van het 
bekneld raken van het zaagblad en van terugslag tot 
een minimum wordt beperkt. Grote panelen zakken 
vaak door onder hun eigen gewicht. Er moet aan beide 
zijden ondersteuning onder het paneel worden geplaatst, 
dicht bij de zaagsnede en dicht bij de rand van het paneel.
e.   Gebruik geen botte of beschadigde bladen. Bij 
niet-geslepen of onjuist geplaatste zaagbladen krijgt u een 
nauwe zaagsnede, ontstaat te veel wrijving, komt het 
zaagblad vast te zitten en treedt terugslag op.
f.   Vergrendelingen van de zaagbladdiepte en 
afschuinhoek moeten stevig zijn vastgezet voordat er 
wordt gezaagd. Als het zaagblad tijdens het zagen 
verschuift, kan het vast komen te zitten en treedt terugslag 
op.
a.   Wees vooral voorzichtig wanneer u in bestaande 
muren of andere verborgen gedeelten zaagt. Het 
vooruitstekende zaagblad kan voorwerpen zagen die 
terugslag kunnen veroorzaken.
Functioneren van onderste beschermkap
a.   Controleer voor ieder gebruik dat de onderste 
zaagbladbeschermkap goed sluit. Gebruik de zaag 
niet als de onderste beschermkap niet vrij beweegt en 
zich niet ogenblikkelijk sluit. Klem of bind de onderste 
beschermkap nooit vast in een geopende stand. Als de 
zaag komt te vallen, kan de onderste beschermkap 
verbogen raken. Breng de onderste beschermkap met de 
terugtrekkende handgreep omhoog en controleer dat de 
kap vrij kan bewegen en onder geen enkele hoek en bij 
geen enkele zaagdiepte het zaagblad of een ander 
onderdeel raakt.
b.   Controleer het veermechanisme voor de onderste 
beschermkap. Als de beschermkap en de veer niet 
goed werken, moeten zij vóór gebruik worden 
nagezien. Mogelijk werkt de onderste beschermkap traag 
als gevolg van beschadigde onderdelen, ingedikte resten 
van smeermiddelen of opeenhoping van vuil.
c.   U mag de onderste beschermkap alleen handmatig 
omhooghouden bij speciale bewerkingen, zoals 
“invalzaagsneden” en “samengestelde zaagsneden”. 
Breng de onderste beschermkap omhoog door de 
handgreep terug te halen en laat de kap los zodra het 
zaagblad in het materiaal dringt. Voor alle andere 
zaagwerkzaamheden moet de onderste beschermkap 
automatisch functioneren.
d. 
  Let er altijd goed op dat, voordat u de zaag op een 
werkbank of op de vloer zet, de onderste 
beschermkap het zaagblad bedekt. Als het zaagblad 
niet wordt afgeschermd en nog draait, ‘loopt’ de zaag naar 
achteren en wordt letsel of schade veroorzaakt. Houd 
rekening met de tijd die het zaagblad nodig heeft om tot 
stilstand te komen nadat u de schakelaar hebt losgelaten.
Overige risico’s.
Er kunnen zich bij het gebruik van dit gereedschap nog 
meer risico’s voordoen, die mogelijk niet in de bijgesloten 
veiligheidswaarschuwingen worden beschreven. Deze 
risico’s kunnen zich voordoen door onoordeelkundig gebruik, 
langdurig gebruik, enz.
Zelfs wanneer de veiligheidsvoorschriften in acht worden 
genomen en de veiligheidsvoorzieningen worden gebruikt, 
kunnen bepaalde risico’s niet worden uitgesloten. Dit zijn 
onder meer:
u  Verwondingen die worden veroorzaakt door het aanraken 
van draaiende of bewegende onderdelen.
u  Verwondingen die worden veroorzaakt bij het vervangen 
van onderdelen, messen of accessoires.
u  Verwondingen die worden veroorzaakt door langdurig 
gebruik van gereedschap. Wanneer u langere periodes 
met de machine werkt, kunt u het beste regelmatig een 
pauze nemen.
u  Gehoorbeschadiging.
u  Gezondheidsrisico’s door het inademen van stof dat 
vrijkomt tijdens het gebruik van uw gereedschap (bijvoor-
beeld: het werken met hout, met name eiken, beuken en 
MDF.)
Zaagbladen
u  Gebruik geen zaagbladen met een grotere of kleinere 
diameter dan wordt aanbevolen. Raadpleeg de technische 
gegevens voor de juiste afmetingen van het zaagblad. 
Gebruik alleen de zaagbladen die worden opgegeven in 
deze handleiding, en die voldoen aan EN 847-1.
u  Waarschuwing! Gebruik nooit slijpschijven.
Veiligheid van anderen
u  Het is niet de bedoeling dat deze machine wordt gebruikt 
door personen (waaronder kinderen) met verminderde 
fysieke, zintuiglijke of psychische vermogens, of met een 
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij onder toezicht van 
of met aanwijzingen over het gebruik van de machine door 
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.